Hennie ter Avest - Dolle Pret / Aylin
Foto: Freek Buitenweg |
|
Dolle Pret met Aylin als raad Almelo zich weert
ALMELO - Bestuurlijk Almelo zit al enige jaren in een dip voor wat betreft de publieke geloofwaardigheid van besluitvorming inzake het verlenen van vergunningen. De gemeenteraad hield zich met uitzondering van de raadsleden Stork (ALA/AOV) Cornelissen (SP) uitermate stil, maar besloot onder druk twee jaar geleden een onderzoek door KPMG en BING te laten instellen. Daar kwamen honderden aanbevelingen uit ter verbetering. Het ontbreken van een beslisboom om stap voor stap het proces van vergunningverlening te doorlopen was de meest kenmerkende. Er is sinds de verkiezingen sprake van een nieuwe bestuursstijl, maar de lakmoesproef zal zijn hoe de gemeenteraad komende week omgaat met een erfenis uit het verleden.
De eerste casus is die van de bedrijfsactiviteit van Kinderspelparadijs Dolle Pret annex Partycentrum Aylin op het bedrijventerrein Het Noordbroek. Een bedrijventerrein dat in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw ontstond op basis van ontheffingen, want het vigerende bestemmingsplan uit 1953 maakte gewag van agrarisch gebied. De gemeente Almelo ontwikkelde al decennia op dezelfde wijze agrarisch gebied tot bedrijfsterrein, zo ook bijvoorbeeld de Woonboulevard en Turfkade Oost dat nog steeds de omschrijving agrarisch gebied kent. De horecabedrijven in deze gebieden hebben dus eveneens een gedoogvergunning.
Medio de jaren negentig meldde zich Lejama BV uit Waalwijk voor de bouw van een Cart Centre annex Partycentrum op het bedrijventerrein Het Noordbroek. De plannen werden in het gemeentehuis met gejuich ontvangen en er werd een vergunning verleend voor de bouw van een bedrijfshal met op de begane grond kart-racen en een speciaal voor de horeca-exploitatie gebouwde bovenverdieping voor bedrijfsfeesten en partijen. Na realisatie maakte de gemeente er zelf meerdere keren gebruik van om er personeelsfeesten te houden. Edoch, het zo gepromote elektrische karten bleek geen erg lang leven beschoren en het Cart Centre ging na enkele jaren failliet. Dat betekende leegstand in het pand dat inmiddels eigendom was van Theresia Pensioen BV.
In 2002 vestigde zich onderneemster Ter Avest met het Kinderspelparadijs Dolle Pret en twee jaar later werd de exploitatie verbreed met de partyactiviteiten op de bovenverdieping. Ambtelijk werd zelfs het advies gegeven daar een andere naam aan te verbinden en zo ontstond de naam Aylin, vernoemd naar de dochter van exploitant Ter Avest.
Theresia Pensioen BV ging evenmin over één nacht ijs en liet het ingenieursbureau Cauberg Huygen uit Zwolle in 2005 een rapport uitbrengen betreffende de gebruiksveiligheid van het gebouw. Na uitvoering van enkele aanbevelingen werd de begane grond geschikt geacht voor het gebruik door maximaal 1.011 personen en het partycentrum boven door maximaal 1.240 personen.
Tegelijkertijd ontstond in het gemeentehuis een beweging waarin de activiteit in de bovenzaal niet als passend werd omschreven voor een bedrijfsterrein; het zou in de binnenstad thuishoren. De ingehuurde en inmiddels door de toeslaande financiële wereldcrisis de laan uitgestuurde stedenbouwkundige Geurtsen schreef die regel in het ‘Masterplan’. In 2006 volgde een bestemmingsplanwijziging voor Het Noordbroek. Nagenoeg alle bestaande activiteiten werden in het nieuwe bestemmingsplan geschreven, met uitzondering van de partyactiviteiten op de bovenverdieping van Kinderspelparadijs Dolle Pret. De gemeenteraad zag het niet, Ter Avest ook niet en Theresia Pensioen BV evenmin. Zij werden ook niet aangeschreven door de gemeente, want dat was in de oude wet Wro niet verplicht. De aankondiging stond in de gemeentelijke advertentie en na besluitvorming werd het vermeld in de Staatscourant. Indien was gehandeld volgens de nieuwe wet Wro, waarin wel de verplichting tot aanschrijving van belanghebbenden staat, kan met gerede twijfel worden gesteld dat ingediende bezwaren hadden geleid tot het wel omschrijven van alle bestaande activiteiten van Dolle Pret/Aylin in het ontwerpbestemmingsplan.
Het toenmalige college van burgemeester en wethouders had niettemin een middel in handen om te gaan handhaven en dat deed het dan ook. Ter Avest werd aangeschreven dat de activiteiten in de bovenzaal niet door de beugel konden vanwege ten eerste het bestemmingsplan en ten tweede de onveilige situatie. Nimmer echter heeft de brandweer een rapport uitgebracht en dat kon met fatsoen ook niet vanwege het rapport van raadgevend ingenieursbureau Cauberg-Huygen. Een strijd van jaren volgde met procedures bij de gemeentelijke commissie van Onderzoek en Advies en de sector Bestuursrecht van de rechtbank in Almelo. Daarbij werd verdedigend gewezen naar tal van andere vergelijkbare situaties waar horeca-exploitaties werden toegestaan, terwijl dat niet in overeenstemming is met de vigerende bestemmingsplannen.
De bestuursrechter keek formeel naar het geldende bestemmingsplan uit 2006 dat onherroepelijk was geworden en stelde de gemeente in het gelijk, zij het dat hij er nadrukkelijk bij vermeldde dat niets de gemeente er van weerhield om een ontheffing te verlenen gelet op de voorgeschiedenis. Daar voelde het college van burgemeester en wethouders niks voor; het bleef controleren en legde dwangsommem op, tot een bedrag van inmiddels vijftigduizend euro. Uiteindelijk liet de gemeenteraad na onderzoek eind vorig jaar weten de activiteiten van Dolle Pret/Aylin (en een ander voorbeeld dansschool Elkerbout) te willen legaliseren. Daarbij werd het college de toezegging ontlokt dat een pas op de plaats moest worden gemaakt met de dwangsominning.
Der kou leek uit de lucht, maar het college kwam recent tot de slotsom dat legalisering op grond van een raadsbesluit mogelijk is, maar dat in het verleden opgelegde dwangsommen rechtens inbaar zijn en ook zullen worden geïnd. Dat is vreemd, want in feite wordt een weeffout uit het verleden hersteld, maar moet degene die daarvan de dupe is toch financieel bloeden. De gemeenteraad moet nu laten zien wat hij waard is. Dat er echt een cultuuromslag heeft plaatsgevonden. Saillant is dat de gemeenteraad er komende dinsdag over spreekt en dat Ter Avest komende maandag moet hebben betaald daar het anders tot een openbare verkoop komt. Dat is in tegenspraak met de recente toezegging aan de gemeenteraad geen stappen te zetten voor de raad een besluit heeft genomen.
Op zijn zachtst gezegd kan het negeren van de wens van de gemeenteraad door het college dan ook niet anders worden uitgelegd dan het bewust negeren van de eigen toezegging aan de gemeenteraad. Een zichzelf respecterende gemeenteraad, die het vertrouwen van de burgerij wil herwinnen, kan zich daar niet bij neerleggen. Fotoreportage (1 foto's)... |