Politiek nieuws


Plaatsing  
 
16-12-2008  

BING-rapport Sjoers vergt scherpzinnige lezers

Sjoers binnen de wet maar...
 

Rapportage
Gemeente Almelo
Grondtransactie wethouder Sjoers

Datum
15 december 2008

Aan
Mevrouw drs. C.M. Steenbergen, griffier
Van
P. Werkman, directeur

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 2

Inhoudsopgave
1. BING 3
2. Aanleiding en doel van de opdracht 3
3. Door BING verrichte werkzaamheden 4
4. Bevindingen 4
4.1 Transacties 4
4.2 Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvgem) 7
4.3 Grondprijzen 8
4.4 Monitoren van de transactie 11
4.5 Strook ‘tuingrond’ 12
5. Beoordeling afgelegde verantwoording 12
6. Integriteitbeoordeling 14
7. Ten slotte 15

Bijlagen:
1. Memo van het college aan de gemeenteraad d.d. 24 november 2008
2. E-mail van de heer Sjoers aan de raad d.d. 26 november 2008
3. Kadastrale kaart

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 3

Gemeente Almelo
T.a.v. mevrouw drs. C.M. Steenbergen, griffier
Postbus 5100
7600 GC ALMELO

Amersfoort, 15 december 2008

Betreft: rapportage
Geachte mevrouw Steenbergen,
Op uw verzoek hebben wij in opdracht van het presidium van de raad een opdracht verricht. De opdracht voor het onderzoek is vastgelegd in een opdrachtbevestiging d.d. 28 november 2008. Hierbij rapporteren wij onze bevindingen en conclusies.

1. BING
BING - afgeleid van Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten - biedt Nederlandse gemeenten gespecialiseerde adviesexpertise, onderzoeksexpertise en een vraagbaakfunctie aan op het gebied van integriteit. Het bureau richt zich specifiek op de gemeenten, wat borg staat voor specifieke branchekennis, verdieping van ervaringen en de mogelijkheid om duurzame relaties met de doelgroep te onderhouden.
BING is een initiatief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

2. Aanleiding en doel van de opdracht
Op uw website is het volgende vermeld:
‘In de uitzending van het tv-programma ‘Zembla’ is gesuggereerd dat wethouder Sjoers bevoordeeld is bij de aankoop van een kavel in de Almelose wijk Kollenveld. Wethouder Sjoers stond destijds op de lijst als belangstellende voor een kavel in dit gebied.
Wethouder Sjoers is rechtstreeks benaderd door de eigenaar (Bonthuis) die hem een perceel aanbood. De heer Sjoers heeft hier geen gebruik van gemaakt omdat hij de aangeboden kavel te groot vond. Het stuk grond werd aangekocht door de heer Kees Smit, die het stuk vervolgens opdeelde in meerdere kavels en weer doorverkocht aan derden, waaronder wethouder Sjoers. Dit heeft de wethouder gemeld aan het college en bij het bepalen van de grondprijs is een prijs vastgesteld conform de gemeentelijke grondprijzen.
De resterende kavels heeft de heer Smit verkocht aan een projectontwikkelaar die de kavels weer doorverkocht aan particulieren tegen marktconforme prijzen. Bij deze transactie was geen sprake van een gevestigde Wet Voorkeursrecht Gemeente en het was daarmee geen gemeentelijke aangelegenheid.’
De leden van het seniorenoverleg hebben op 25 november 2008 besloten een integriteittoets op de grondtransactie van wethouder A. Sjoers te laten verrichten. Het presidium fungeert als opdrachtgever.
U heeft BING gevraagd deze integriteittoets te verrichten. Als onderwerp van de integriteittoets heeft het seniorenconvent geformuleerd: ‘het beoordelen van de toelichting in het document van het College van Burgemeester en Wethouders met betrekking tot de grondtransactie van wethouder A. Sjoers

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 4

(d.d. 24 november 2008, ‘Beantwoording vragen naar aanleiding van Zembla’, zie bijlage 1). Voorts is daarbij te betrekken een e-mailbericht van de heer Sjoers aan de raad van woensdag 26 november 2008 (zie bijlage 2).’
U vraagt BING in het kader van de integriteittoets vast te stellen of voornoemde toelichting:
‘a) volledig is
b) juist is en
c) of er andere relevante factoren zijn die een ander licht werpen op de kwestie en die in deze toelichting buiten beschouwing zijn gelaten en zo ja welke.’
Daarbij is de vraag aan de orde of in deze casus is gehandeld in overeenstemming met wet- en regelgeving, waaronder de gemeentelijke gedragscode voor politieke ambtsdragers. U vraagt BING de feiten te toetsen aan deze regels. De raad zal vervolgens in haar vergadering van 16 december 2008 de uitkomsten van het onderzoek bespreken en een oordeel vormen.

3. Door BING verrichte werkzaamheden
Wij hebben onder meer de volgende werkzaamheden verricht:
kennisname en analyse van relevante documenten, verslagen, bestanden, gedragscode e.d.. De documentatie bevat onder meer - in het kader van dit onderzoek - relevante stukken met betrekking tot het plan Kollenveld, toepassing Wet Voorkeursrecht gemeenten, de wachtlijst, procedure grondverkoop en grondprijsbeleid;
onderzoek in open bronnen (w.o. Kadaster, KvK, media);
interviewen van de betrokken wethouder, de heer A. Sjoers;
interviewen van de heer A.J.H. Bonthuis;
interviewen van de heer K. Smit;
interviewen van de heer J.H.H.M. Platenkamp (makelaar);
interviewen van de burgemeester, de heer M.A.J. Knip;
interviewen (telefonisch) van het raadslid de heer G.H. Slettenhaar;
interviewen van de directeur Strategie & Stadsprojecten;
interviewen van twee beleidsmedewerkers Grondzaken (één telefonisch) van de afdeling Vastgoed en Belastingen;
interviewen (telefonisch) van een directeur van Dura Vermeer;
het vragen van inlichtingen van een notaris;
het kennisnemen van een beperkt aantal spontaan door een derde aangeleverde stukken;
het verrichten van een (juridische) analyse van de bevindingen;
het voorleggen van voor hen relevante bevindingen aan het college en aan de heer Sjoers (‘wederhoor’);
het rapporteren van onze bevindingen en conclusies.

4. Bevindingen

4.1 Transacties
De heer A.J.H. Bonthuis had agrarische gronden in het gebied Kollenveld in bezit met een grootte van 8 ha, 77 are en 40 ca. Die gronden verkocht hij - met uitzondering van een gedeelte ter grootte van 17 are - middels een overeenkomst d.d. 28 februari 1995 aan projectontwikkelaar Thomasson Dura BV voor een bedrag van fl. 2.021.940,- k.k. Er is geen omzetbelasting verschuldigd volgens de akte. Deze koopovereenkomst is volgens de akte bij de Inspecteur der registratie en successie geregistreerd op 29 augustus 1996.

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 5

De akte van levering is gepasseerd op 2 maart 1998. De heer Bonthuis behield - tot aanzegging door Thomasson Dura - om niet het gebruiksrecht van de agrarische gronden.
Het niet meeverkochte gedeelte wordt voor rekening van Thomasson Dura bouwrijp gemaakt na de benodigde bestemmingswijziging. De heer Bonthuis heeft het recht dit gedeelte in te ruilen bij koper voor een nader door Bonthuis te bepalen gedeelte van het verkochte, eveneens ter grootte van 17 are. Bonthuis heeft het recht om zijn zoon (G. J. Bonthuis) voor hem in de plaats te stellen. De heer Bonthuis had deze bepaling laten opnemen omdat zijn zoon daar, tegen de tijd dat het gebied bebouwd zou worden, misschien wel zou willen wonen. Ook was de heer Bonthuis mogelijk zelf geïnteresseerd om op een van de kavels te gaan wonen.
Op 2 december 2003 wordt er een aan- en verkoopovereenkomst gesloten tussen de gemeente Almelo en Bouwcombinatie Twenteland v.o.f. (een samenwerking tussen Dura Vermeer, Droste en Lammersen).
Daarbij wordt alle in het bezit zijnde grond in het gebied van de v.o.f. verkocht aan de gemeente met uitzondering van de 17 are (vijf bouwkavels) van de heer Bonthuis die immers niet in eigendom van de v.o.f. is. De gronden worden door de gemeente bouwrijp gemaakt en teruggeleverd aan de v.o.f..
Op 11 december 2003 wordt de notariële akte van levering - gebaseerd op voornoemde overeenkomst - ondertekend door Thomasson Dura BV en de gemeente Almelo.
De prijs die de gemeente rekent voor de verkoop van de bouwrijpe grond aan Bouwcombinatie Twenteland v.o.f. bedraagt € 190 per m2. Hierin zit een bedrag van circa € 150 voor de exploitatiebijdrage/bouwrijp maken. Voor de vijf bouwrijpe bouwkavels van Bonthuis/Smit wordt de exploitatiebijdrage van € 150 eveneens betaald door Bouwcombinatie Twenteland v.o.f., op basis van de afspraak die de heer Bonthuis hierover in de jaren negentig met Thomasson Dura had gemaakt.
Ruiling van de 17 are grond tussen Thomasson Dura BV en de heer Bonthuis heeft eveneens plaats op 11 december 2003. De heer Bonthuis koopt nog 3 are en 16 ca grond bij (€ 60.040; € 190 per m2 exclusief belastingen) wanneer de grond aan hem geleverd wordt om zo tot vijf kavels te komen.
Ook op 11 december 2003 levert de heer A.J. Bonthuis (een zoon van de heer A.J.H. Bonthuis) de grond (20 are, 16 ca) aan de heer Smit voor € 491.840.- k.k.. De heer Bonthuis en de heer Smit gaven bij de notaris aan reeds in september 2003 middels een onderhandse akte tot overeenstemming te zijn gekomen.
De heer A.J.H. Bonthuis (de vader) had de heer Smit al in de jaren negentig toegezegd dat wanneer hij de beschikking zou krijgen over de bouwgronden en deze niet door hem of zijn zoon gebruikt zouden gaan worden hij ze dan in eerste instantie zou aanbieden aan de heer Smit. De heer Smit en de heer Bonthuis kenden elkaar via een oude tante van de heer Bonthuis die in een huisje in het Kollenveld woonde, waar beiden geregeld over de vloer kwamen. De grond bestaat uit vijf kavels.
De heer A.J. Bonthuis was in het bezit van de grond gekomen door een schenking van zijn vader volgens verklaring van de heer A.J.H. Bonthuis.
De door de heer Smit gekochte kavels (totaal derhalve 2016 m2 grond) worden in gedeelten verkocht, waarbij de heer Sjoers op 2 februari 2004 een kavel met een grootte van 4 are 20 ca van de heer Smit koopt, waarover later meer.
Op 1 juni 2004 verkoopt een dochter van de heer Smit een perceel ter grootte van 11 are, 97 ca in het gebied Kollenveld aan Groothuis Mekkelenburg Projecten B.V. voor een prijs van € 414.162. Alle kosten zijn voor rekening van de verkoper. De overeenkomst is volgens de akte door middel van een onderhandse akte reeds op 5 mei 2004 gesloten.
De heer A.J.H. Bonthuis was als Dagelijks Bestuurder actief bij het Waterschap Regge en Dinkel. Daar kende hij de heer Slettenhaar van die daar werkzaam is als beleidsmedewerker en in die periode de DB-vergaderingen notuleerde. In 2003, in de periode kort voorafgaand aan zijn verkoop van grond aan de heer Smit, heeft de heer Bonthuis een gesprek met de heer Slettenhaar. De heer Bonthuis vraagt de heer Slettenhaar hoe het staat met de gemeentelijke besluitvorming in het Kollenveld ten aanzien van het

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 6

bouwrijp maken van de kavels. De heer Slettenhaar geeft in dat gesprek aan dat zijn zwager, de heer Sjoers, op zoek is naar een kavel in dat gebied. De heer Slettenhaar vertelt dan later aan de heer Sjoers dat de heer Bonthuis grond heeft die hij mogelijk wil verkopen.
De heer Slettenhaar geeft aan dat hij van mening is dat de heer Bonthuis de heer Sjoers gebeld heeft, omdat hij zich kan herinneren dat de heer Sjoers tegen hem gezegd heeft dat hij gebeld is door de heer Bonthuis.
De heer Bonthuis over zijn contact met de heer Slettenhaar:
‘Ik vroeg hem op een bepaald moment bij een hapje eten hoever de gemeente met de besluitvorming stond met het bouwrijp maken ervan vanwege het gebruik van de grond dat zou veranderen. Ik gebruikte het nog voor agrarische doeleinden. De heer Slettenhaar is namelijk ook raadslid in Almelo. Hij gaf aan dat die besluitvorming binnenkort wel rond zou zijn. Ik heb hem toen verteld dat ik daar kavels had. Hij vertelde mij toen dat Anton Sjoers, zijn zwager, graag op het Kollenveld wilde wonen. Zo zijn we met elkaar in contact
gekomen. Ik heb gezegd: “breng mij maar met hem in contact”, maar dat is vier jaar geleden. Ik weet het niet precies meer. Misschien heb ik hem wel gebeld. Ik heb in ieder geval de heer Sjoers aan de telefoon gehad dat weet ik nog wel. ‘
‘(…)’
‘Ik heb tegen de heer Slettenhaar gezegd dat ik die grond had en hoe groot dat stuk grond was. Richting de heer Slettenhaar heb ik het initiatief genomen het gesprek aan te gaan over Kollenveld en mijn grondpositie daar.’
‘(…)’
‘Als we het hebben over wat ik eerder verklaard heb (BING: in de krant), dat ik de heer Sjoers niet rechtstreeks benaderd heb (BING: maar hij mij) dan is het, nu ik erover nadenk, eigenlijk in eerste instantie via een ander gegaan (de heer Slettenhaar) maar dus wel ongeveer rechtstreeks. Het woord rechtstreeks is misschien niet helemaal juist.’
De heer Sjoers heeft, zoals vermeld, op 2 februari 2004 een kavel met een grootte van 4 are 20 ca in het Kollenveld gekocht van de heer Smit. Die kavel heeft de kadastrale aanduiding F 4235 en heeft als adres Het Hulshorst 1. Volgens de notariële akte was er sprake van een onderhandse akte d.d. 29 december
2004. Dit moet zeer waarschijnlijk 29 december 2003 zijn. De koopprijs voor het verkochte bedraagt € 106.680. Alle kosten zijn voor rekening van koper. Het minder verschuldigde aan overdrachtbelasting komt toe aan de verkoper, de heer Smit. Op de invloed van belastingen gaan wij in de paragraaf over ‘grondprijzen’ nader in.
De heer Sjoers heeft als volgt verklaard:
‘Ik had aangegeven, dat was in mijn kring en hier op het stadhuis breed bekend, dat ik graag naar het Kollenveld zou verhuizen. De heer Slettenhaar vertelt dat aan de heer Bonthuis. Die neemt vervolgens contact met mij op. Het ging over 1700 m2. Ik heb daarvan gezegd dat ik niet geïnteresseerd was omdat ik het perceel te groot vond. Of hij ook gezegd heeft dat ik ook de helft mocht kopen weet ik niet meer. Ik heb nooit met de heer Bonthuis aan tafel gezeten. Ik heb hem alleen aan de telefoon gehad. Wat ik u vertel is mijn visie op hoe het gegaan is.
Dit alles moet in 2003 zijn geweest. Later ben ik benaderd door de heer Kees Smit. Hem ken ik goed, al dertig jaar.
‘(…)’
‘Hij (BING: de heer Smit) bood mij aan een kavel te kopen. Dat kan in een informeel samenzijn zijn geweest. Ik ben op dat aanbod ingegaan. Ik denk dat de heer Bonthuis aan de heer Smit heeft verteld dat ik geïnteresseerd was.’
‘(…)’
‘De heer Smit kwam niet van zijn bij de heer Bonthuis gekochte percelen af. Iedereen die in eerste instantie zijn interesse bij hem gemeld had weigerde, vooral wanneer ze de prijs van de heer Smit hoorden. Ik had echter wel interesse.’
‘(…)’

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 7

‘Ik wist in eerste instantie niet dat de heer Bonthuis grond in Kollenveld had. Ik heb hem nooit in een persoonlijk contact ontmoet. Wellicht heb ik een keer met hem in een vergadering gezeten vanwege onze functies maar ik zou hem op straat niet herkennen.’
De heer Smit heeft verklaard: ‘Ik had dus kavels gekocht van de heer Bonthuis en daarover gepraat met vrienden en kennissen. Ik wilde van een groot deel van die grond ook weer af, maar wel een kavel voor mijn dochter overhouden. Voor haar wilde ik een kavel waar geen aannemer tussen zat zodat ze vrij kon bouwen. Er waren tien tot vijftien mensen die interesse hadden voor de overige grond, die bij mij kwamen.
Iedereen dacht dat ik die grond voor een lage prijs gekregen had.’ Hij gaf aan dat de heer Sjoers de gemeentelijke uitgifteprijs voor gronden kende en daardoor niet werd afgeschrikt door de prijs en anderen wel. Over de contacten met de heer Sjoers verklaarde hij: ‘Ik weet zeker dat ik en de heer Sjoers meerdere keren met elkaar gebeld hebben omtrent de transactie maar wie de eerste was die contact
heeft gezocht - hij of ik -, weet ik niet meer.’
De heer Bonthuis had op grond van de overeenkomst uit de jaren negentig de eerste keus om kavels te kiezen - onder bepaalde voorwaarden - bij Dura Vermeer (BING: Thomasson Dura). Omdat de heer Smit met de heer Bonthuis een overeenkomst had, mocht de heer Smit kiezen. Hij heeft toen samen met zijn dochter en de heer Sjoers kavels uitgekozen. De heer Sjoers koos de plek waar hij nu woont.

4.2 Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvgem)
Op 31 oktober 1996 vindt door de gemeente Almelo een aanwijzing plaats in het kader van artikel 8 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvgem). Op dat moment vindt de aanwijzing plaats ten aanzien van de dan bij de gemeente op basis van het kadaster bekend staande eigenaren, waaronder de heer Bonthuis.
De gemeente is dan nog ongewis van de koopovereenkomst tussen Thomasson Dura en de heer Bonthuis.
Volgens de wet geldend in 1996 was er vrijstelling ten aanzien van de aanbiedingsplicht aan de gemeente voor de heer Bonthuis mogelijk op basis van artikel 10 lid 2 Wvgem. De koopovereenkomst moest dan wel ingeschreven staan met een geregistreerde onderhandse akte. Daar was sprake van, omdat de koopovereenkomst (van 28 februari 1995) is geregistreerd bij de Inspecteur der registratie en successie op 29 augustus 1996.
In een collegenota van 19 oktober 1998 wordt voorgesteld aan de raad te besluiten over de continuïteit van de aanwijzing voorkeursrecht. Het voorstel is om de grondslag van de aanwijzing te wijzigen. De eerdere aanwijzing van 31 oktober 1996 geschiedde op basis van artikel 8 van de Wvgem, omdat toen nog geen (ontwerp)bestemmingsplan gold voor het Kollenveld. Nu wordt voorgesteld op basis van artikel 6 van de Wvgem aan te wijzen en de vorige aanwijzing te laten vervallen. In de nota wordt aangegeven dat vanaf 27 oktober 1998 een ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. Er vinden een aantal wijzigingen plaats ten aanzien van de situatie van twee jaar ervoor. Sommige percelen zijn toegevoegd en andere, die inmiddels gemeente-eigendom zijn geworden zijn weggelaten. Op 10 december 1998 besluit de gemeenteraad - conform het voorstel - de aanwijzing in het kader van de Wvgem te continueren op basis
van artikel 6 Wvgem omdat er dan inmiddels een ontwerpbestemmingsplan ter inzage ligt. In een schrijven aan betrokken eigenaren in het gebied is (het voorstel van B&W omtrent) deze vestiging dan al kenbaar gemaakt. Uit de verzendlijst van de gemeentelijke communicatie daarover blijkt dat de gemeente op dat moment op de hoogte is dat Thomasson Dura eigenaar van de grond is.
Op 27 maart 1999 (vijf maanden na de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan) vervalt de aanwijzing van de Wvgem op basis van artikel 7 lid 1 sub c Wvgem omdat er nog geen bestemmingsplan is vastgesteld.
Het bestemmingsplan Oost Kollenveld wordt uiteindelijk vastgesteld door de gemeenteraad op 28 oktober 1999.

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 8

Doordat na 27 maart 1999 niet meer aan de eisen van de Wvgem werd voldaan heeft het voorkeursrecht feitelijk zijn betekenis verloren, maar formeel is een bestuursbesluit nodig waarbij de aanwijzing vervallen wordt verklaard. Met een formeel verzoek van de kant van de gemeente aan het Kadaster worden de registers aangepast. Indien de gemeente na deze datum vast zou willen houden aan het voorkeursrecht dat formeel nog rust op de percelen, dan heeft dit geen kans van slagen en zou een belanghebbende daartegen met succes bezwaar en/of beroep kunnen aantekenen.
In de akte van 2 februari 2004, waarbij de heer Sjoers zijn kavel koopt van de heer Smit, is (in artikel 5 sub g) ten aanzien van de Wvgem vermeld dat door de raad in 1996 een aanwijzingsbesluit in het kader van de Wvgem is genomen en voorts dat aan de bewaarder van het Kadaster te Zwolle bij een akte van levering d.d. 11 december 2003 (voor notaris Ter Braak verleden) om doorhaling is verzocht. Uit door ons van de notaris te Almelo verkregen inlichtingen volgt dat deze verwijzing betrekking heeft op de akte van 11 december 2003 tussen Thomasson Dura BV en de gemeente Almelo. In die akte vindt de voornoemde koop en verkoop met de gemeente plaats. Omdat de gemeente hierbij partij was, hoefde naderhand bij de transacties in dit gebied geen navraag door de notaris bij de gemeente plaats te vinden, maar is verwezen naar de akte van 11 december 2003, waarbij de gemeente partij was. In de latere akten zoals die van Smit-
Sjoers van 2 februari 2004 is behalve deze verwijzing ook opgenomen: ‘Met betrekking tot het verkochte is voorkeursrecht gevestigd in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten, zulks ten behoeve van de gemeente Almelo. De thans met betrekking tot het verkochte ingeschreven voorkeursrechten kunnen nu vervallen. De Hypotheekbewaarder wordt derhalve verzocht deze inschrijving(en) door te halen.’ Ook is onderaan de akte aangetekend dat het registergoed is opgenomen in een aanwijzing ex artikel 2 van de Wvgem.
Bedoelde verwijzing naar de akte van levering tussen Thomasson Dura BV en de gemeente Almelo is ook vermeld in de akte van levering van 2016 m2 grond van de zoon van de heer Bonthuis aan de heer Smit.
Deze levering heeft op dezelfde dag plaatsgevonden, te weten 11 december 2003.
Op 11 oktober 2004 is een collegebesluit genomen om de oude aanwijzingen die op basis van wettelijke bepalingen al vervallen waren uit het Kadaster te laten schrijven. Op 9 november 2004 gaat er een schrijven uit naar de hypotheekbewaarder om vervallenverklaring van vermelde inschrijvingen te bewerkstelligen.

4.3 Grondprijzen
De heer Sjoers heeft op 2 februari 2004 een kavel van 420 m2 van de heer Smit gekocht voor € 254 per m2 (€ 106.680). Hij heeft daarvan aangegeven een marktconforme prijs te willen betalen. De heer Sjoers: ‘Als Smit mij de grond had aangeboden voor € 150 had ik het niet gekocht. Ik wilde dezelfde prijs als de gemeentelijke gronduitgifteprijs betalen en die lag hoger.’ (…) ‘Ik heb aangegeven dat ik wilde betalen wat particulieren bij de gemeente betalen. Die prijs heb ik ook opnieuw opgevraagd bij de gemeente en lag tussen de € 245 en € 255. Waarom ik nu precies dat bedrag van € 254 betaald heb, weet ik niet meer.’
De heer Platenkamp, als makelaar genoemd in het college-memo, heeft verklaard dat de heer Sjoers hem destijds nadat deze transactie was gesloten heeft gesproken over de prijs. De heer Platenkamp: ‘Ik wil geen enkel risico lopen, zei de heer Sjoers. Hij wilde liever meer betalen dan dat hij te weinig zou betalen. Wat hij betaalde was een marktconforme prijs.’
Over de voorafgaande verkrijging is het volgende te melden. De heer Smit heeft 2016 m2 grond gekocht van de heer Bonthuis jr. voor een prijs van € 491.840. Dit is circa € 244 per m2.Alle kosten van de overdracht en de overdrachtsbelasting komen voor rekening van de koper. In de akte is vermeld dat het ‘belastingvoordeel’ wegens overdracht binnen zes maanden als bedoeld in artikel 13 Wet op Belastingen van Rechtsverkeer krachtens prijsafspraak toekomt aan de verkoper, in casu de heer Bonthuis. Het bedrag van dit ‘voordeel’, gelijk aan hierdoor door koper minder verschuldigde overdrachtsbelasting, heeft de heer Bonthuis van de heer Smit ontvangen.

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 9

De gemeente stelt jaarlijks het grondprijsbeleid en de gronduitgifteprijzen vast. De gemeenteraad heeft de verkoopsystematiek en de verkoopprijzen c.a. van de uit te geven gronden voor woningbouw, bedrijven/kantoren en overige voorzieningen voor 2003 d.d. 12 december 2002 vastgesteld conform het collegevoorstel. Uitgangspunt is een uniform grondprijsbeleid met een marktconforme en functionele benadering. In het beleid is vermeld dat de ‘marktprijs’ voor woningbouwkavels, ofwel de prijs die de markt bereid is te betalen voor een bouwkavel bepaald wordt als een percentage van de verkoopprijs (v.o.n.-prijs) van de woning. Voor de overige bouwkavels wordt er veelal een m2 prijs dan wel een residuele methode gehanteerd. Voor de uitgifte van bouwgrond aan particulieren (individuele kopers) is een m2 prijs voor de bouwgrond vastgesteld. Blijkens de vastgestelde notitie bedraagt die prijs voor Kollenveld € 200 tot € 250. Dit zijn bedragen exclusief BTW.
De grondprijzen voor uitgifte van kavels voor woningbouw, etc. werden jaarlijks vastgesteld op voorstel van het college door de gemeenteraad, gehoord de raadscommissie. Door de dualisering is de bevoegdheid tot grondaankopen en -verkopen neergelegd bij het college. Analoog aan deze bevoegdheid behoort ook de bevoegdheid tot het vaststellen van de grondprijzen en het grondprijsbeleid tot de bevoegdheid van het college. De notitie ‘Grondprijsbeleid en gronduitgifteprijzen 2004’ is ter kennis gebracht van de raadscommissie Sociale en Economische Zaken.
Ten opzichte van 2003 zijn de prijzen voor particuliere gronduitgifte (voor woningbouw) met circa 2% verhoogd. Voor Kollenveld bedraagt de m2 voor 2004 € 210 tot € 255 per m2 (exclusief BTW). Dat deze bandbreedte van grondprijzen voor particulieren in Kollenveld daadwerkelijk is gehanteerd, blijkt uit een overzicht gebaseerd op de jaarrekening van het grondbedrijf.
Bij brief van 4 juni 2004 (van de afdeling Vastgoed en Belastingen) zijn geïnteresseerden voor woningbouw in Kollenveld geïnformeerd over de dan bekende nieuwbouwplannen voor Kollenveld. In de brief worden de verschillende projecten van aannemers/ontwikkelaars van woningen opgesomd. In de brief zijn - voor zover de gegevens dan al bekend zijn - aantallen, woningtype, kaveloppervlaktes en woningprijzen vermeld. Deze brief bevat geen grondprijzen, aangezien sprake is van aanbod van woningen tegen v.o.n. prijzen (inclusief
grond). In de brief is voorts vermeld dat de gemeente in de 1e fase 7 kavels in de verkoop heeft. De gegadigden hiervoor zullen worden benaderd.
Een brief van 22 december 2004 (van de afdeling Vastgoed en Belastingen) aan geïnteresseerden (‘de eerste 100 gegadigden’) bevat de gegevens over de uitgifte van 8 particuliere bouwkavels in Kollenveld. Uit de bijlage blijkt dat de grotere kavels een m2 prijs hebben van circa € 303,49 en kavels van 574 m2 een prijs hebben van € 291,64. Exclusief BTW betreft het respectievelijk € 255 en € 245 per m2.
Laatstgenoemde prijzen exclusief BTW zijn genoemd in het memo van het college van 24 november 2008 aan de raad.
De gemeente had in het plan Kollenveld 19 kavels voor particulieren. 16 kavels zijn rechtstreeks verkocht aan particulieren, één aan Mega Vastgoed en de gemeente heeft nog twee (particuliere) kavels in verkoop.
Destijds was sprake van een volgorde van gegadigden op basis van een puntensysteem. Het systeem is gebaseerd op de uitgifteverordening 2002 van de gemeente Almelo. Met voorrang heeft de gemeente kavels verkocht aan mensen uit het gebied die door de gemeente ‘weggekocht’ waren, voor overige kavels in eigendom van de gemeente gold het puntensysteem. Dit heeft uiteraard geen betrekking op de kavels die niet van de gemeente waren, zoals de kavels van de heer Smit, en dus ook niet op de door de heer
Sjoers gekochte kavel.
In de verantwoording van het college wordt ook melding gemaakt van de verkoop van kavels door de heer Smit aan een bouwbedrijf. Afgaande op het memo van het college heeft de heer Smit vier kavels aan de aannemer (Groothuis) verkocht voor de prijs die hij aan (de zoon van) de heer Bonthuis heeft betaald. Uit de betreffende akten en de door BING gehouden interviews blijkt dit niet juist. De heer Smit heeft de vier resterende kavels (15 are, 96 ca) aan zijn dochter verkocht (tegen € 257 per m2, kosten voor rekening van de heer Smit als verkoper). De dochter van de heer Smit heeft drie van de vier kavels verkocht aan Groothuis voor de prijs van € 346 per m2 (kosten voor rekening van mevrouw Smit als verkoper). Één kavel heeft de dochter van de heer Smit behouden. De door de heer Smit aan de heer Bonthuis betaalde prijs bedraagt circa € 244 m2. De door Groothuis aan de dochter van de heer Smit betaalde prijs bedraagt € 346

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 10

per m2. De heer Smit verklaarde hierover: ‘Ik was eerst bij een andere aannemer geweest maar die kon met de kavels die ik hem aanbood niet uit de voeten. Hij gaf aan dat ontwikkelaar Groothuis misschien wel geïnteresseerd was omdat zij een eigen methode hebben van huizen bouwen en verkopen waarbij ze andere marges hanteren dan veel ontwikkelaars. Zij redeneren vanuit de verkoopprijs van het huis. Ik denk dat het voor Groothuis ook een beetje een prestige kwestie was. Nu konden ze in Kollenveld bouwen. Zij wilden de prijs die ik vroeg wel betalen.’
De heer Platenkamp verklaarde hierover: ‘De heer Smit heeft mij toen uitgenodigd. Hij had nog 3 kavels over. Eén kavel was namelijk voor zijn dochter. Die drie kavels wilde hij verkopen. Het idee was dat zijn dochter haar kavel nagenoeg voor niks zou krijgen.’ Over Groothuis verklaarde hij: ‘Ik ken hun manier van werken omdat ik vaker met ze zaken heb gedaan. Zij hebben een andersoortige benadering dan meer traditionele kopers. Zij redeneren vanaf de koopprijs naar beneden.’
In het college-memo is naast de vermelding van voormelde grondprijzen, sprake van het volgende: ‘In februari 2006 is aan de straat Het Hulshorst door de bouwcombinatie Twenteland een kavel, ter grootte van 602 m2 verkocht aan een particulier voor een prijs van € 230 per m2.’ Dit betreft een kavel met een verhaal.
De kavel is gekocht door de heer Smit. De heer Smit verklaarde BING: ‘Ik kwam op een bepaald moment bij Dura Vermeer omdat ik hen een voorstel wilde doen om een kavel te ruilen. Nog te bouwen huizen met grond stonden toen bij hem te koop voor € 350.000. Ik heb toen nog weer een transactie gedaan met die grond omdat de ontwikkelaar niet wilde ruilen. Mijn dochter wilde bij nader inzien toch liever op een hoekkavel wonen. Die kavel werd aangeboden met een nog te bouwen huis erop. Ik heb die kavel van de ontwikkelaar gekocht en hem gevraagd het huis op het perceel dat ik al had te bouwen zodat mijn dochter een huis kon bouwen op het door mij van Dura Vermeer gekochte perceel. De kavel die in eerste instantie bedoeld was voor mijn dochter was 400 m2. De kavel die ik kocht van Dura Vermeer (met het bouwplan) was 600 m2. Op die kavel wordt nu het huis van mijn dochter gebouwd.’
Voor een goede vergelijking van prijzen is het naar onze mening gewenst ook de bepalingen met betrekking tot kosten en belastingen daarbij te betrekken, omdat bij hiervoor genoemde transacties verschillen zijn in belastingsoort (BTW of overdrachtsbelasting) en ook verschillen in afspraken (voor rekening verkoper of koper).
De transactie tussen de heer Sjoers en de heer Smit valt onder het overdrachtsbelastingregime. Omdat sprake is van overdracht binnen zes maanden na verkrijging door de heer Smit is over het gedeelte dat overeen komt met de verkrijgingprijs van de heer Smit geen overdrachtsbelasting verschuldigd, wel over het meerdere. In de akte is vermeld dat het ‘belastingvoordeel’ wegens overdracht binnen zes maanden als bedoeld in artikel 13 Wet Belastingen van Rechtsverkeer krachtens prijsafspraak toekomt aan de verkoper, in casu de heer Smit. De heer Sjoers heeft boven op de € 106.680 voor de kavel een bedrag aan de heer Smit betaald van € 6.400 (6% van € 106.680), zoals blijkt uit de door BING ontvangen notarisafrekening van de heer Sjoers. De prijs per m2 inclusief de aan Smit betaalde ‘belasting’ komt daarmee op € 269.
Voor de levering van bouwrijpe kavels aan particulieren door de gemeente geldt 19% BTW. De kavels die de gemeente verkoopt voor € 255 en € 245 per m2 (exclusief kosten en belastingen) komen inclusief BTW op respectievelijk circa € 292 en € 303. Er is daardoor inclusief belastingen een verschil van 13% (bij gelijke prijs exclusief belastingen) tussen de prijs die de heer Sjoers heeft betaald aan de heer Smit en de prijs die particulieren aan de gemeente betalen. Er is sprake van een verschil dat ontstaat omdat de grond die de heer Smit verkoopt onder een ander belastingregime (overdrachtsbelasting) valt dan de grond die de gemeente nieuw uitgeeft (BTW). Voor ieder ander die de grond van de heer Smit had gekocht, zou dit overigens ook hebben gegolden.
Anderzijds is in de Zembla uitzending de prijs genoemd van kavels die door de dochter van de heer Smit aan Groothuis zijn verkocht, te weten circa € 350 per m2 (1197 m2; € 414.162) . Uit de akte blijkt de prijs van € 346,- per m2. In deze akte is vermeld dat de kosten en de overdrachtsbelasting voor rekening van de verkoper zijn, in casu mevrouw Smit. De koopprijs per m2 die Groothuis betaalt is derhalve inclusief belastingen. Een prijs van € 350 wordt ook genoemd in het verantwoordingsmemo van het college. Volgens de ambtenaar die het memo opstelde is de prijs puur tot stand gekomen op basis van de drie akten van


Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 11

overeenkomsten tussen Groothuis en particuliere kopers die de gemeente had opgevraagd. Die grondprijzen betroffen respectievelijk € 352, € 380 en € 355 (exclusief BTW), afgaande op de verdeling van de koop-/aanneemsom die Groothuis in de contracten heeft gehanteerd. Gemiddeld is dit overigens circa € 362. Deze overeenkomsten zijn in 2005 gesloten.
Groothuis heeft het verkregene in drie delen verkocht. Op alle drie kavels zijn door Groothuis woningen gebouwd, waardoor de grondprijs niet zonder meer vergelijkbaar is met vrije kavels, omdat andere factoren (zoals het hebben van bouwvolume) een rol (kunnen) spelen.

4.4 Monitoren van de transactie
Voordat de heer Sjoers de kavel van de heer Smit aankocht, had hij daarover overleg met de heer Knip. De heer Sjoers meldde in eerste instantie bij de heer Knip dat hij voornemens was een kavel te kopen en dat hij zich afvroeg of dat kon gezien zijn positie als wethouder. Deze gaf aan dat hij dat zou laten uitzoeken en dat transparantie in deze belangrijk was. Daarom meldde de heer Sjoers zijn voorgenomen aankoop op advies van de heer Knip in het College. Dat sprak er kort over en gaf aan dat het verstandig was dat er
monitoring zou plaatsvinden door de heer Knip en de Directeur Strategie en Stadsprojecten.
De Directeur Strategie en Stadsprojecten gaat mee met de heer Sjoers voor een gesprek bij de heer Smit. De heer Sjoers over de monitoring:
‘Ik heb het voornemen om grond te gaan kopen in het College gemeld en daarna hebben de heren Knip en de Directeur Strategie en Stadsprojecten meegekeken. Ik wist niet of een grondaankoop mocht en of dat problemen op kon leveren. Dat laatste wilde ik te allen tijde voorkomen daarom heb ik het gemeld. Juist omdat ik de portefeuille stedelijke ontwikkeling had en geen problemen wilde.
We hebben het toen nooit over de Wvgem gehad. Pas later heb ik dat uit de akte begrepen.’
De Directeur Strategie en Stadsprojecten hierover:
‘Ik weet niet meer het precieze moment dat ik bij deze zaak betrokken ben. De heer Sjoers vertelde op een bepaald moment dat hij voornemens was een kavel te kopen in Kollenveld. De burgemeester of de gemeentesecretaris is toen bij mij langs geweest om te vertellen dat de heer Sjoers een kavel ging kopen en om mij te vragen dat samen met hem, c.q. de burgemeester te monitoren. Ik heb daarop het apparaat gevraagd wat de bandbreedte voor de grondprijs was. Daar kwam uit tussen de € 245 en € 255. Dat heb ik doorgegeven.’ (…) ‘Als ik er (BING: met de heer Sjoers bij de heer Smit) geweest ben, kan dit alleen maar in het kader van de monitoring zijn geweest.’
De burgemeester over de monitoring:
‘De heer Sjoers kwam op een dag binnenlopen en hij zei dat hij ‘een klein dingetje’ wilde bespreken.
Dat weet ik nog door zijn woordkeus. Hij gaf aan dat hij en zijn vrouw een huis wilden gaan bouwen in Kollenveld maar dat hij daar geen “gedonder” over wilde hebben. Hij vroeg zich af hoe hij dat het beste kon doen. Ik heb hem daarop aangegeven dat het verstandig was de zaak transparant te maken. Dus dat hij het zou melden in het College. Dat heeft hij ook gedaan. Daar is het heel kort besproken. In het College werd gesuggereerd dat het handig was als de voorzitter, ik dus, het zou volgen. Ik heb echter altijd systematisch geweigerd reisdeclaraties te tekenen omdat ik die niet kan controleren en mezelf daarmee medeverantwoordelijk zou maken en voelde hier een zelfde probleem opkomen. Hoe moet ik zaken controleren die ik moeilijk kan controleren? Ik heb weinig verstand van zaken op het gebied van grondprijzen.
De oplossing werd erin gevonden dat ook de Directeur Strategie en Stadsprojecten zou meekijken. Hij weet wel veel van vastgoed. De Directeur Strategie en Stadsprojecten en ik hebben daarover kort gesproken en ons afgevraagd wat een goede maatstaf voor de grondprijs zou zijn. Daar is de gemeentelijke uitgifteprijs uitgekomen. Naar ik heb begrepen is die prijs bekeken door de afdeling. Die
hebben die prijs doorgegeven en op basis daarvan heeft de heer Sjoers de grond gekocht.’

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 12

4.5 Strook ‘tuingrond’
De heer Sjoers heeft een strook grond gekocht van Dura Vermeer Bouw Hengelo BV, waarvan de levering heeft plaatsgevonden op 23 april 2004, na voorafgaande mondelinge koopovereenkomst. Het betreft een perceel grond van 50 m2 tegen € 245 per m2 (totaal € 12.250). Alle kosten en belastingen zijn voor de koper, de heer Sjoers.
Het betreft een strook grond naast de kavel die de heer Sjoers al van de heer Smit had gekocht (zie kadastrale kaart in bijlage 3). De heer Sjoers spreekt van een klein stukje tuingrond waarop niet gebouwd mocht worden. In de akte staat dat het perceel te gebruiken is voor het bouwen van een woning met toebehoren. De huidige kadastrale aanduiding is ‘erf/tuin’.
De strook is op de kadastrale kaart als afzonderlijk perceel zichtbaar, omdat het separaat van de andere kavels onderwerp van een transactie is geweest. De strook was niet in de planologische plannen van de gemeente als strook, als openbare ruimte o.i.d. opgenomen en komt dus in bestemmingsplankaarten ook niet als afzonderlijk item voor. Het betreft daarom een separaat verkocht perceel bouwgrond. In de akte staat ‘te gebruiken voor het bouwen van een woning met toebehoren.’
De heer Sjoers in het interview met BING: ‘Ten aanzien van de tuingrond die ik later heb bijgekocht; ik heb zaken gemeld en het later tegen de normale prijs gekocht. Ik heb mijn bankstel en mijn keuken ook niet gemeld, daar ging de discussie ook niet over.’
Hij verklaarde een stukje tuingrond van Dura Vermeer te hebben bijgekocht omdat hij het huis niet op de perceelsgrens wilde zetten. Het betreft de perceelsgrens van de kavel naast het zijne, ook aan Het Hulsthorst gelegen. Hij verklaarde voorts: ‘Ik heb destijds niet overwogen de grondtransactie met Dura Vermeer (tuingrond) te melden bij het College. Het is een gemiste kans dat ik dat niet gedaan heb. Het is ook een gemiste kans dat de tuingrond niet direct in de verantwoording van het college aan de raad is opgenomen. Na het gesprek met u realiseerde ik mij dat des te meer.’ Burgemeester Knip verklaarde in dit verband: ‘De heer Sjoers heeft met betrekking tot zijn tuingrond niet handig gecommuniceerd. Hij had gelijk al moeten noemen dat hij die grond later ook gekocht had.’
Wij hebben de (voormalig) directeur van Dura Vermeer over deze transactie bevraagd. Hij gaf aan dat bij verdeling van de gronden wel eens een stukje grond overblijft. De heer Sjoers wilde een strook grond hebben en gaf aan dat hij wel een goede prijs wilde betalen. Hij wilde ongeveer betalen wat hij ook aan de heer Smit per m2 moest betalen, volgens de directeur. Hij verklaarde voorts: ‘Wij vonden dat prima, want hij betaalde meer dan wij aan de gemeente hadden betaald. Bovendien is het maar een klein stukje en is het belang niet groot.’
Wij hebben de directeur van Dura Vermeer voorgehouden dat de strook geen reststrook lijkt te zijn. Hij verklaarde hierover: ‘Als hij het niet had gekocht had het ook aan een andere bouwkavel toegevoegd kunnen worden.’

5. Beoordeling afgelegde verantwoording
BING is gevraagd vast te stellen of de gegeven toelichting (bijlage 1 en 2):
‘a) volledig is
b) juist is en
c) of er andere relevante factoren zijn die een ander licht werpen op de kwestie en die in deze toelichting buiten beschouwing zijn gelaten en zo ja welke.’
Terecht wordt in de inleiding van de toelichting vermeld dat sprake is van een transactie waarbij de gemeente formeel geen partij is. De heer Sjoers koopt zijn kavel immers van een particulier. De toelichting van het college eindigt met een passage over de Wet voorkeursrecht gemeenten. Het voorkeursrecht had haar betekenis al in 1999 verloren, zodat de gemeente ook in dat verband geen partij was bij de transactie.

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 13

Een groot deel van de toelichting van het college is er op gericht aan te tonen dat de gesuggereerde bevoordeling van de heer Sjoers niet aan de orde was. Er is sprake geweest van gewone marktwerking. Wij onderschrijven dat.
Met betrekking tot de gegeven toelichting stellen wij echter ook vast dat deze op onderdelen summier is, waardoor relevante aspecten of omstandigheden onderbelicht zijn. Daarnaast is de toelichting op onderdelen onjuist.
Specifiek hebben wij de volgende bevindingen bij de door het college afgelegde verantwoording (bijlage 1):
1. De opmerking dat de heer Smit een kavel te koop aanbood aan wethouder Sjoers is niet onjuist, maar uit de daarover afgelegde verklaringen blijkt dat het verhaal complexer is. Overigens stellen wij vast dat de heren Bonthuis, Smit en Sjoers tegenover BING niet helder zijn geweest in hun verklaringen over ‘wie wat met wie’ besproken heeft als het gaat om het ontstaan van de grondtransactie van de heer Sjoers. Wel blijkt duidelijk uit de interviews (a) dat er al lang een ‘afspraak’ lag tussen de heren Bonthuis en Smit en (b) dat de interesse van de heer Sjoers in een gesprek tussen zijn zwager en de heer Bonthuis aan de orde is gekomen en daarmee de basis is
gelegd voor de grondtransactie tussen de heer Smit en de heer Sjoers.
2. De opmerkingen over transparantie zijn naar onze mening adequaat, in aanmerking nemend dat de verantwoording betrekking heeft op de grondtransactie Smit-Sjoers en niet op de aankoop van een strook grond door de heer Sjoers van Dura Vermeer, waarvan het college geen weet had.
3. De teneur van de onderdelen ‘Kavelprijs’ en ‘Andere kavels Kees Smit’ is - in onze woorden - dat de heer Sjoers een normale zakelijke prijs voor zijn kavel heeft betaald. Er is sprake geweest van een gewone marktwerking. Wij delen gelet op onze bevindingen die mening.
4. De onderbouwing die daarbij gegeven wordt bevat echter de nodige onvolkomenheden:
a. Bij de vergelijking met de kavelprijs die de gemeente hanteerde bij de kavelverkoop in Kollenveld worden prijzen exclusief kosten en belastingen vermeld. Kijkend naar die vergelijking betaalt de heer Sjoers aan de heer Smit een prijs aan de bovenkant van de
bandbreedte van de gemeentelijke prijzen. Niet vermeld is echter dat er verschil is in belastingen. De heer Sjoers betaalt een bedrag aan de heer Smit overeenkomend met 6% overdrachtsbelasting, terwijl de afnemers van de gemeente 19% BTW betalen. Zij zijn daarmee duurder uit. Er is sprake van een verschil dat ontstaat omdat de grond die de heer Smit verkoopt onder een ander belastingregime valt dan de grond die de gemeente nieuw uitgeeft.
b. Gesteld is dat de heer Smit de overige kavels in één geheel heeft verkocht aan een bouwbedrijf voor de prijs die hij voor de vier oorspronkelijke heeft betaald. Dit is onjuist. De dochter van de heer Smit heeft drie in plaats van vier kavels aan Groothuis verkocht. De
prijs per m2 bedraagt € 346 (inclusief kosten en belastingen) en is daarmee dus hoger dan de prijs die de heer Smit bij verwerving heeft betaald (€ 244 exclusief kosten en belastingen).
c. De prijs die de aannemer (Groothuis) haar kopers in rekening bracht voor de grond (afgaande op de koop-/aanneemovereenkomsten) bedraagt gemiddeld circa € 362 in plaats van € 350.
5. De gegeven uitleg van de Wvgem is correct. Er gold in materiële zin geen voorkeursrecht meer voor de kavel die de heer Sjoers van de heer Smit kocht. Was dat wel het geval geweest dan had de akte ook niet notarieel kunnen passeren. De nog niet bij het Kadaster doorgehaalde aanwijzing stond de grondtransactie van Sjoers en ook van anderen niet in de weg. Over de gekozen terminologie ‘van rechtswege vervallen’ kan men discussiëren, omdat op grond van de Wgem een formeel bestuursbesluit betreffende vervallenverklaring genomen dient te worden, wat uiteindelijk in 2004 ook is gebeurd. Anderzijds staat ook in de wet dat na vijf maanden een aanwijzing vervalt wanneer er in die periode geen bestemmingsplan is vastgesteld. De uitleg is juist, nu het voorkeursrecht feitelijk geen betekenis meer had.

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 14

Specifiek hebben wij de volgende bevindingen bij de e-mail van de heer Sjoers aan de raad (bijlage 2):
1. De beschreven feitelijkheden zijn qua oppervlakte (50 m2) en prijs (€ 245 per m2) juist. De prijs is als zakelijk aan te merken.
2. Van de tekst gaat de suggestie uit dat sprake is van tuingrond waarop niet gebouwd mocht worden. Feitelijk is sprake van een toevoeging aan de eigen bouwkavel. Het betreft niet specifiek tuingrond, daar gelaten dat het die functie wel heeft.

6. Integriteitbeoordeling
In de Gemeentewet is een regeling opgenomen voor grondaankoop door bestuurders van hun eigen gemeente. De regeling is bedoeld om belangenverstrengeling tegen te gaan. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen, zodat aankoop van grond door een raadslid of wethouder toch kan plaatsvinden. Die procedure heeft ten doel dat een van de gemeente onafhankelijke instantie de voorwaarden toetst. De grondtransactie van de heer Sjoers betreft echter een transactie tussen particulieren, zodat voornoemde regeling uit de Gemeentewet niet aan de orde is. De transactie vindt plaats tussen van elkaar onafhankelijke partijen. De prijs en voorwaarden komen dan ‘in de markt’ tot stand. Zoals in onze bevindingen duidelijk is gemaakt, is ook geen sprake van het omzeilen van het voorkeursrecht of iets dergelijks. Het voorkeursrecht dat op het perceel rustte heeft haar betekenis al in 1999 verloren.
Niettemin heeft de heer Sjoers het voornemen om de grond te kopen wel aan de burgemeester en in het college gemeld. Enerzijds omdat hij niet wist of hij (in de eigen gemeente) grond mocht kopen. Anderzijds omdat hij - zeker gezien de portefeuille stedelijke ontwikkeling - niet wilde dat het problemen op zou leveren. Hij wilde dat de transactie transparant zou plaatsvinden. Op advies van de burgemeester heeft hij het voornemen in het college gemeld en zijn de burgemeester en de Directeur Strategie en Stadsprojecten
aangewezen om de transactie te monitoren.
Van enige strijdigheid met de Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet voorkeursrecht gemeenten of een andere wet is niet gebleken. Hoe zit het met de gedragscode? Ten tijde van de transactie gold de ‘gedragscode bestuurlijke integriteit’ die de raad op 23 mei 2002 heeft vastgesteld. Deze gedragscode bevat geen specifieke bepalingen voor een grondtransactie als de onderhavige. Wel spreekt uit de code de noodzaak om de onafhankelijkheid als bestuurder te bewaren en zorgvuldig met informatie om te gaan. Er is sprake van een zakelijke prijs en ook overigens zijn geen omstandigheden gebleken waaruit zou moeten worden afgeleid dat de wethouder zijn onafhankelijkheid in gevaar heeft gebracht. Ook zijn er gezien de ontstaansgeschiedenis van de transactie geen aanwijzingen dat oneigenlijk gebruik is gemaakt van informatie waarover de wethouder uit hoofde van zijn ambt beschikte. Ook anderszins zijn geen bepalingen uit de gedragscode geschonden.
Hoewel ze niet in de ‘gedragscode bestuurlijke integriteit’ van de gemeente Almelo vermeld staan, noemen wij de kernbegrippen van bestuurlijke integriteit. Deze kernbegrippen zijn afgeleid van de Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur en vormen vaak de inleiding van gemeentelijke gedragscodes. Zij maken ook deel uit van de modelcode die door de VNG voor gemeenten is ontwikkeld. De kernbegrippen van bestuurlijke integriteit zijn: dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, betrouwbaarheid
en zorgvuldigheid. Hieraan gerelateerd merken wij op dat de openheid gediend is door het voornemen om grond te kopen te melden aan de burgemeester en in het college, waarbij voorts besloten is om te monitoren. De wens om een marktconforme prijs te betalen dient de onafhankelijkheid: voorkomen moet immers worden dat de schijn van vermenging met oneigenlijke belangen kan optreden. De bedoeling van de heer Sjoers om de bovenkant van de prijs te betalen die de gemeente zelf hanteerde past daar goed bij, ook al is dat streven in de uitwerking niet helemaal geslaagd, vanwege een verschil in belastingregime dat voor de verschillende transacties geldt.

Rapportage Gemeente Almelo | 15 december 2008 | 15

Kijk en vergelijk de uitspraken van betrokkenen in TC Tubantia

Lees verder TC Tubantia: Kees Smit was blij met koper Sjoers

Lees verder TC Tubantia: De boer op voor een mooi stekje

 

Lees verder JeeJar.nl : Rapport BING vol van onvolledigheden. 

 

 


Bijlagen rapport BING

Archief
Terug naar vorige pagina