Burgemeester Drs. M.A.J. Knip van de gemeente Almelo |
|
Burgemeesters hebben geen nieuwe bevoegdheden nodig voor handhaving van de openbare orde en voor terrorismebestrijding. Dat schrijft het kabinet in zijn reactie op een onderzoeksrapport over dat onderwerp. De huidige bevoegdheden en enkele in wetsvoorstellen aangekondigde bevoegdheden stellen burgemeesters voldoende in staat problemen op te lossen op het gebied van openbare orde en terrorismedreiging, aldus Bestuur, recht en veiligheid . Het onderzoek is verricht door COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement en de universiteiten van Rotterdam en Utrecht. Het kwam tot stand na literatuuronderzoek en interviews met onder meer burgemeesters, gemeenteambtenaren, politie, officieren van justitie, rechters en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding. Een commissie onder voorzitterschap van burgemeester Ronald Bandell van Dordrecht heeft het onderzoek begeleid.
De vorige minister van BZK Johan Remkes gaf opdracht tot het onderzoek. Dat omdat de burgemeester de laatste jaren steeds meer taken krijgt op het gebied van openbare orde en veiligheid. Daaronder cameratoezicht, preventief fouilleren en bestuurlijk ophouden. Dat kan allemaal wel wat minder, vinden de onderzoekers. Zo hoort de mogelijkheid van burgemeesters om onder meer drugsinrichtingen te sluiten volgens hen niet de bevoegdheid te zijn van de burgemeester. Datzelfde geldt voor de bevoegdheid tot uithuisplaatsing door de burgemeester van plegers van huiselijk geweld, zoals vastgelegd in een wetsvoorstel. In beide gevallen zou sprake zijn van een strafrechtelijke bevoegdheid, die daardoor thuishoort bij de officier van justitie.
Het kabinet is het daarmee oneens: het sluiten van panden acht het een gebiedsgerichte interventie die daardoor behoort tot de competentie van de burgemeester. En uithuisplaatsing van plegers van huiselijk geweld acht het kabinet onder meer een zaak van de burgemeester omdat de gemeente verantwoordelijk is voor maatschappelijke hulpverlening en welzijn.
De burgemeester hoort volgens de onderzoekers ook niet te gaan over het zogeheten persoonsgericht verstoren ter bestrijding van terrorisme. Zij zien terrorismebestrijding als strafrechtelijke handhaving. Die hoort daardoor thuis bij de officier van justitie. Ook daar denkt het kabinet anders over: op andere gebieden is persoonsgericht verstoren door de politie bijvoorbeeld al mogelijk. Dat onder gezag van de burgemeester.
De onderzoekers adviseren verandering aan te brengen in de bevoegd-heid van de burgemeester tot bestuurlijke ophouding. Die is te complex en zal daardoor volgens hen nauwelijks worden gebruikt. Ze pleiten voor een vorm van bestuurlijke ophouding met minder voorwaarden vooraf. Het kabinet wil de mogelijkheden daartoe verkennen.
Ook de bevoegdheid om preventief te laten fouilleren in bepaalde gebieden vraagt volgens het rapport om wijziging. Nu is die vooral gericht op wapens en munitie. Zij behoort ook te gaan gelden voor drugs. Onderzoek naar de haalbaarheid daarvan is nodig, aldus het kabinet.
De onderzoekers zijn voorstander van één Wet openbare orde en veiligheid. Dat om meer samenhang te krijgen in de bevoegdheden op die terreinen. Maar het kabinet ziet daar niets in.
Het kabinet betrekt het rapport bij zijn visie op de openbare-ordeportefeuille van de burgemeester. Die wordt ontwikkeld in samenwerking met de VNG. De visie is rond de zomer klaar. |