|
|
Wierden volgt ontwikkelingen kritisch
In Oost-Nederland bestaat veel weerstand onder de bevolking. Mensen verwachten dat het bijna on-mogelijk zal zijn de overlast acceptabel te houden. Dit komt tot uitdrukking in legio raads- en staten-moties in de provincies Overijssel en Gelderland. Oost-Nederland constateert tot nog toe dat het ge-brek aan bestuurlijke afstemming met het landsdeel adequate oplossingen in de weg staat.
Gemeenten en provincies hebben een statement opgesteld en aan de minister overhandigd, waarin in zeven punten wordt uitgelegd waarom men hier op tegen is. De gemeente Wierden onderschrijft dit statement. Daarnaast heeft het college van b&w op 10 januari jl. besloten een zienswijze in te dienen bij het ministerie van I&M. Hierin staat een aantal lokale zorgpunten tegen de toename van het goederenvervoer genoemd.
Waarom meer goederentreinen?
Verwachting is dat in 2020 meer goederen per spoor vervoerd worden. De haven van Rotterdam blijft groeien. Het goederenvervoer van en naar deze haven is voor een belangrijk deel op het spoor aan-gewezen. De goederentreinen rijden zoveel mogelijk via de Betuweroute en vandaar verder naar Duitsland. Ook de binnenvaart en de bestaande spoorwegen in het oosten en zuiden van het land worden nader onderzocht op de geschiktheid voor meer goederenvervoer.
Een van de goederenroutes die aansluit op de Betuweroute loopt dus door Oost-Nederland. Het gaat om de route Elst–Arnhem–Zutphen–Deventer–Almelo–Hengelo–Oldenzaal/grens. Het gaat dus ook om de spoorlijn die door dorp Wierden loopt. Het spoor op deze bestaande route(s) wordt geschikt gemaakt voor de verwachte extra goederentreinen, onder andere met hinder beperkende maatregelen. Zo moet er een toekomstbestendige goederenroute ontstaan door Oost-Nederland.
Ook in Hengelo, Borne, Almelo, Rijssen/Holten, Bathmen en Deventer bestaat zorg over de extreme toename. De gemeenten langs de lijn Hengelo - Zutphen vrezen daarentegen dat zij een alternatief gaan vormen. |