Spreker tegen Armeens monument wordt vervolgd

ALMELO - Bijna drie jaar na een demonstratie in Almelo tegen de plaatsing van een monument ter nagedachtenis aan de Armeense genocide, moet een van de sprekers zich voor de rechtbank in Almelo verantwoorden voor het aanzetten tot haat en geweld jegens Armeniërs.

Op 1 juni 2014 kwamen zo’n 4.000 Turkse Nederlanders bijeen op het Rembrandtveld om te protesteren tegen het monument bij de Armeens Apostolische Kerk. Een van de sprekers, een 51-jarige man uit Den Haag, scandeerde vanaf het podium ‘Karabach zal het graf van de Armeniërs worden’. Daarmee heeft hij volgens het Openbaar Ministerie de grenzen van de vrijheid van meningsuiting overschreden en aangezet tot haat en geweld.

Dinsdagochtend 6 december was er een regiezitting in deze zaak bij de rechtbank in Almelo. Vastgesteld werd dat de zaak op 3 maart komend jaar inhoudelijk zal worden behandeld, dus bijna drie jaar nadat de demonstratie heeft plaatsgevonden. In de tussentijd zullen enkele deskundigen de beelden van de demonstratie bekijken om de context te beoordelen waarin de spreker zijn uitlatingen heeft gedaan.

Advocaat Peter Plasman vindt dat zijn cliënt alleen een feit heeft geconstateerd met zijn uitlaging: ,,De Armeniërs moeten vertrekken uit Karabach, dat vinden zelfs de Verenigde Naties.”

Tijdens de demonstratie, die onder meer was georganiseerd door het Almelose gemeenteraadslid Ugur Cete, liepen groepen in traditionele kledij rond, werd met Turkse vlaggen gezwaaid en werden nationalistische leuzen geroepen. Cete heeft in het verleden onder meer geprobeerd een seminar te organiseren om aan te tonen dat de Turken zich begin vorige eeuw niet schuldig hebben gemaakt aan genocide op Armeniërs. De Almelose politiek, inclusief het gemeentebestuur, gaf geen gehoor aan zijn uitnodiging voor de bijeenkomst.