Herzieningsverzoek ter dood veroordeling 1818

ALMELO/DEN HAAG – De Haagse advocaat Robert Kiek heeft bij de Hoge Raad een herzieningsverzoek ingediend over de ter dood veroordeling van Gerrit Jan Pieperiet, die in 1818 in Almelo werd opgehangen. De Haagse advocaat kwam op het idee doordat de Almelose rechtbank de veroordeling in september jl. publiekelijk naspeelde. De Hoge Raad heeft dat verzoek inmiddels bevestigd, meldt Tc Tubantia.
De Deldense timmerman Jan Pieperiet werd in 1888 veroordeeld voor de moord op de Almelose procureur Mr. Jan Dikkers die namens schuldeisers beslag kwam leggen op de bezittingen van Pieperiet en zijn huisgenoot.
Deze werd met zijn vriend Gerrit Roessing opgepakt als verdachte in de moordzaak. Gedurende het proces pleitte Roessing zich vrij door de schuld op Pieperiet te schuiven. Pieperiet diende na de veroordeling een gratieverzoek in bij Koning Willem 1 en verbrak toen pas zijn stilzwijgen. In het gratieverzoek vertelde Pieperiet (32) pas zijn kant van de zaak en wees Roessing juist als dader aan. Het gratieverzoek werd afgewezen, waarna ophanging volgde op de Koornmarkt. Bij de publieke terechtstelling sprak Pieperiet luid en duidelijk de woorden: ‘Ik ben onschuldig!’
Advocaat Kriek ziet in het summiere dossier en het gratieverzoek voldoende reden om die veroordeling uit 1818, met de kennis van nu, alsnog aan te vechten.

Zie ook de fotoreportage van Jan Bril over de nagespeelde ter dood veroordeling.