|
|
ALMELO – Het voorstel van het college van B&W om meer ruimte voor detailhandel toe te staan in een nieuw voetbalstadion voor Heracles Almelo, werd dinsdagavond tot woede van de supporters op de publieke tribune en tot teleurstelling van het bestuur van Heracles Almelo van de agenda gehaald.
Aanleiding de nota detailhandelsstructuurvisie die in juni ter afhandeling staat geagendeerd. Een deel van het college wilde daar niet op wachten, terwijl wethouder Mieke Kuik-Verweg principieel vindt dat eerst de structuurvisie als wettelijk basisdocument moest worden behandeld. Dat zij geen ‘Hart voor Heracles’ heeft kan haar niet worden verweten als oud- voorzitter van de gelijknamige supportersclub, maar zij wilde de koninklijke weg bewandelen zoals het feitelijk hoort. Met haar waren ook de coalitiefracties PvdA en CDA dat van mening zodat de VVD als derde coalitiepartner voor een onmogelijke taak stond dit besluit er door te jassen ondanks de steun van D66. Met 22 stemmen voor en 12 tegen ging het onderwerp dus op initiatief van raadsnestor Gijs Stork van de agenda om in juni opnieuw te worden behandeld, direct na de besluitvorming over de detailhandelsstructuurvisie.
Algemeen-directeur Nico-Jan Hoogma van Heracles Almelo was bitter teleurgesteld: “Wij snakken naar een nieuw onderkomen en kunnen nu niet verder. Die structuurvisie zou al begin dit jaar behandeld worden. Het is deprimerend voor allen die bezig zijn iets moois te realiseren en het is maar de vraag of de ondernemers die intentieverklaringen hebben getekend, nog langer willen wachten of wellicht elders in Twente hun heil gaan zoeken. Ook voor de amateurclubs is het teleurstellend. Ook zij snakken naar een betere accommodatie.” Hoogma uitte ook zijn twijfels of in juni wel groen licht komt. Voorzitter Smit liet het dinsdagavond afweten. Na de voorbereidende vergadering van vorige week te hebben bijgewoond, merkte hij al op dat dit slecht is voor zijn gezondheid. Hij doelde toen op het onderzoeksrapport van bureau Droogh, Trommelen en Partners, die wees op te verwachten juridische perikelen als er geen detailhandelsstructuurvisie aan ten grondslag ligt. |