|
|
ALMELO – Burgemeester Jon Hermans is het niet eens met het besluit van de voorzieningenrechter in de bodemprocedure om de sluiting van het eethuisje Aldeniz in de Nieuwstraat te verbieden. Begin vorig jaar vond een grootscheepse inval plaats wegen het vermoeden van handel in drugs en ook werd gedurende lange tijd de telefoon afgetapt. De exploitant werd in dat onderzoek gezien als de kwade genius en leidinggevende. Het onderzoek kwam destijds opgang door de sociale rechercheurs van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) dat ook wel het regionale Bibob-kantoor wordt genoemd van het Ministerie van Justitie maar die status formeel niet heeft, omdat Bibob-zaken louter onder Den Haag vallen.
De exploitant van Akdeniz werd wel veroordeeld voor het profiteren van steunfraude via zijn toenmalige vriendin, maar zowel via de telefoontaps als de huiszoekingen werden geen harde bewijzen van de aanwezigheid van drugs gevonden. De Wet Damocles biedt burgemeesters de ruimte om panden te sluiten als daar in drugs wordt gedeald en dat wilde ze dan ook doen t.a.v. Akdeniz. Maar omdat daar niets werd aangetroffen vond de voorzieningenrechter de aangekondigde sluiting niet mogelijk. De burgemeester gaat nu in beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak leidde ook al tot vragen van het VVD-raadslid Maathuis, die wilde weten waarom Hermans een andere koers vaart dan haar collega's.
Juridisch adviseur Eshuis van Aldeniz is op zijn website van mening dat de burgemeester dat doet op basis van een onbegrijpelijke motivering en voorspeld dat het resultaat nihil is maar de gemeente opnieuw veel gemeenschapsgeld gaat kosten. |