Defensie ‘confisqueert´ Bolk Transport
ALMELO – De Landmacht nam maandagmiddag het transportcomplex van Bolk Transport aan de Plesmanweg in bezit. Het betrof een oefening van de 110e Transportcompagnie van Defensie die normaliter gelegerd is in de Generaal Majoor Koot kazerne bij Garderen.
Een peloton verkenners arriveerde als eerste om kwartier te maken oftewel het terrein te zekeren en om het kampement voor het hele bataljon op te zetten. Onder hen sergeant-majoor Jan Brugman, geboren en getogen in Almelo en zo dus bekend met de omgeving.
Dat geldt eveneens voor de later arriverende commandant kapitein van Gilst die in zijn jeugd in Almelo heeft gewoond. Hij zette het doel van de oefening uiteen.
‘Normaal gesproken oefenen wij dit op de kazerne in Garderen, maar twee keer per jaar willen wij dat ook op vreemd terrein oefenen. Je moet dan de locatie veilig stellen zodat een kampement kan worden opgezet, waarbij middelen als brandstof, munitie en uiteraard voedsel ook tot de verplaatsingsactiviteit behoord. Op locatie oefenen wordt dan een aanvullend iets om de realiteit het dichtst te benaderen. We zijn dan al gauw op bedrijfsterreinen aangewezen en we zijn blij dat Bolk Transport daaraan zijn medewerking wil verlenen’, aldus van Gilst
Het ‘kampement Bolk’ is dus voor onbepaalde tijd het meest beveiligde bedrijfsterrein van Almelo. En de manschappen hebben allemaal de ervaring van uitzending naar oorlogsgebieden in het buitenland. Almeloër Mulder diende bijvoorbeeld al twee keer in Joegoslavië en eveneens was hij al eens uitgezonden naar Afghanistan.
‘Dit soort oefeningen zijn uiterst nuttig en dat wordt zeer serieus benaderd. De voertuigen worden ingepakt om aan vijandig zicht te onttrekken, de verlichting is omgezet in nachtlicht voor het geval dat en de bewapening is volop in orde en ja, daar hoort wachtlopen ook bij’, vult kapitein Alex de Winter aan. Dinsdag horen de mannen en vrouwen van het 110 uit Garderen waar het dan naar toegaat of dat men een aantal dagen blijft, want de commando-opdrachten komen pas op het laatste moment.
Fotoreportage: Coen Mulder