|
|
Een aantal weken geleden schreef ik m’n laatste stukjes voor de vakantie en sprak daarin de hoop uit dat door zo’n vakantie onze geesten wat helderder zouden worden. Dat we wat meer aandacht voor de natuur zouden krijgen en iets meer de waarde van een groene omgeving zouden inzien.
De terugkeer voor mij was niet leuk, omdat een hele aimabele collega stierf. Het verdriet om hem gaat natuurlijk vele malen dieper dan de teleurstelling om verloren natuur.
Toch hoorde ik deze week al weer een tenenkrommend nieuwtje. In de wijk De Schelfhorst hebben vele bewoners de afgelopen periode een brief gekregen waarin werd medegedeeld dat er een hele partij iepen gekapt gaat worden. Heel fijn natuurlijk, want juist in deze tijden van verregaande verstedelijking moeten we proberen om alle bomen die ons op welke manier dan ook nog in de weg staan zo snel mogelijk te kappen. Zodoende leven we nog voor 2020 in betondorp.
Erger vind ik in dit geval dat het idee nu eens niet bij een “lichtpunt” van de gemeente wegkomt, maar dat notabene bewoners geklaagd hebben. Ze willen de bomen weg hebben. En nu komt de grote tranentrekker: men heeft last van de blaadjes.
Laat dit maar even goed tot u doordringen. Bij mij duurde het heel lang voordat ik het begreep, maar er bestaan dus mensen die het irritant vinden dat er zo nu en dan een paar blaadjes op hun matje vallen, waardoor het woord welkom niet meer te lezen is.
Moeten we dan nogmaals de woorden van Sitting Bull aanhalen waarin hij stelt dat de mens de aarde toebehoort en niet andersom? Hoe kun je zo ver komen om je te storen aan een paar blaadjes, terwijl iedere boom een flinke partij fijnstof uit de lucht filtert en alleen al daardoor je redding is, omdat je kunt blijven ademen?
Er werd tevens gesteld dat de betreffende iepen ziek zouden zijn. Is dit werkelijk aangetoond? Wanneer het zo is en de bomen gevaar opleveren voor de volksgezondheid is er geen enkel bezwaar om ze te kappen. Geen enkele natuurliefhebber zal daar tegen zijn. Maar zijn ze wel ziek?
Een week met veel verdriet waarbij ik tussen de twee eeuwenoude rode beuken op het kerkhof van Bornerbroek liep. Het afscheid van de collega was emotioneel, maar de oude beuken gaven nog enige troost. Je zal op zo’n moment maar naar kale tegels moeten kijken.
Hopelijk is dit een valse start geweest van een nieuw werkjaar.
Anne Jan Teunis. |