|
|
Koud terug van een zonnige vakantie in het diepe zuiden, liep ik vorige week donderdagavond in de frisse, Nederlandse regen door ons gezellige straatje. Eén van de eerste dingen die ik zag was een vrachtauto van Twente Milieu met een mooie, opbeurende tekst er op. Het kwam er op neer dat Twente geweldig is en dat we dat zo moeten houden.
Na al die fantastische landschappen van Noord-Frankrijk en de Pyreneeën vond ik dit een lichtelijk overdreven slogan. M’n mening draaide echter snel bij na het lezen van de voorkant van de Twenterand-courant.
Tot hiertoe en niet verder. Een paar maanden geleden schreef ik een stukje over het betreffende gebied ten noorden van de N 36(toekomstig industrieterrein Bedrijvenpark Twente Noord) met de smeekbede om er niet aan te komen. Stop nu eens een keer met landjepik en laten we de resterende, kleine natuurpareltjes koesteren.
Ziehier de eerste stap in de goede richting. De industrie laat nog even op zich wachten en in plaats daarvan krijgen we “tijdelijke” natuur. De bewoners van de Wierdenseweg en vele anderen kunnen blijven genieten van een geweldig uitzicht en er is nog volop mogelijkheid tot neerpoten van industrie in bestaande gebieden in de gemeente Almelo (zie “het gat van Almelo” op de site van de stichting NAT.)
Smaakvol is het wel om te lezen dat bijna in iedere regel gezegd wordt dat het om tijdelijke natuur gaat. Het is warempel net of je over een enge ziekte praat. Waarom niet gewoon toegeven dat je momenteel te hoog grijpt en waarom niet trots melden dat je echt iets voor de natuur gaat doen? Het zal misschien als gezichtsverlies opgevat worden, maar inmiddels weet ik dat een heleboel burgers dit een heel leuk bericht vinden.
We laten ons maar eens blij verrassen en zullen genieten met volle teugen. En dan maar stiekem hopen dat die ene zeer zeldzame vlinder het in z’n boze bolletje zal halen om juist in dit gebied neer te strijken, waardoor het woordje “tijdelijk” geschrapt kan worden.
Echter zal dit scenario niet plaatsvinden, want een hoop gestoei met wetjes zal er voor gaan zorgen dat de mens, wanneer hij het in z’n hoofd krijgt met de gele grijpers alsnog alles plat te maaien, ongestoord z’n gang kan gaan.
Een sigaar uit eigen doos heet zoiets toch? Een hond ergens aan laten ruiken en het lekkers dan vervolgens diep in je zak stoppen. We worden blij gemaakt met een dode mus.
Alles welbeschouwd is dit toch een positief bericht, want het gebeurt zelden dat de natuur het wint van het economisch belang.
Bovendien betekent het een goede start om de balans een beetje te gaan herstellen. We wachten op eenzelfde scenario voor Waterrijk. Wie durft?
Anne Jan Teunis. |