|
|
De bekende componist en dirigent Gustav Mahler sprak deze zin als kind uit en omarmde een boom. Deze boom was zijn vriend en hij had er een speciale band mee.
Zo ook ikzelf. Samen met m’n dochter ben ik meerdere malen met de hond uitgeweest. Helemaal buitenaf waar het nog stil kan zijn, heb ik voor de grap wel eens een boom omarmd en haar gevraagd om hetzelfde te doen. Voor de grap, maar natuurlijk wel met een serieuze ondertoon. Om haar te tonen dat ik een natuurliefhebber ben die de natuur respecteert en die lief wil zijn voor bomen en dieren. Dat wil ik graag op haar overbrengen en gelukkig lukt dit aardig. Zij omarmde lachend zo’n dikke knoestenboom. Ik genoot en beiden waren we blij.
Vorige week werd ik steeds blijer, hetgeen tevens met het toch naderende voorjaar te maken had. Je ruikt het als je in de natuur loopt en de geur van de weilanden opsnuift. Het zit er weer aan te komen. De dagen worden langer en het zonnetje laat zich al weer wat vaker zien. De sneeuwbuien nemen we nog maar even op de koop toe. Het gaat de goede kant op en dat is het belangrijkst.
Door de mensen van de stichting NAT werd ik er op gewezen dat er lukraak nogal wat bomen worden gekapt in deze omgeving. Vanaf zo’n moment ben je wat alerter en ga je nog beter letten op die geweldige reuzen.
Het viel me op dat op een rustige ochtend in het zonnetje alleen op plekken waar bomen stonden vogelgeluiden te horen waren. Ja, ze zitten nu eenmaal graag in bomen. Verder viel het me op dat er een behoorlijk aantal jaren voor nodig is om tot zo’n geweldige reus met allerlei vertakkingen uit te groeien.
Op de vrije zaterdag reed ik Vriezenveen uit en de knotwilgen die daar 30 jaar geleden reeds stonden, staan daar nog. Hier en daar wat jonge exemplaren, maar het blijkt goed te gaan. Wat zijn dat overigens een prachtige bomen.
Wanneer je er echt op let constateer je dat er heel veel bomen zijn. Overal om je heen zie je ze. Helemaal als je richting Junne gaat en wel urenlang in het bos tussen de bomen kunt rondstruinen. Op zulke momenten heb je natuurlijk het gevoel dat het allemaal reuze meevalt met al die kap.
Vorige week iets toch wel ongebruikelijks in de krant gezien, namelijk dat in Almelo bomen met wortels en al werden verplaatst. Die werden dus in de watten gelegd, zoals het hoort. Allemaal prima en hier word je ook weer erg vrolijk van.
Toen ik afgelopen maandag het plaatselijke krantje opensloeg op zoek naar de kapvergunningen, las ik dat er geen kapvergunningen waren aangevraagd. Nou, als dat geen goed nieuws is…. Wellicht zien we volgende week het driedubbele aantal aangevraagde vergunningen, maar die pijn voelen we nu nog niet.
Kortom allerlei positieve zaken waar ik wel vrolijk van werd.
Wanneer we dan ook nog lezen dat niemand minder dan minister Gerda Verburg van landbouw, natuurbeheer en voedselkwaliteit (LNV) een oproep doet aan burgers en gemeenten om zuinig te zijn op bomen, voelen we ons nog meer gesterkt in onze strijd voor de bomen. Eén boom vangt de fijnstof-uitstoot op van 3000 autokilometers. Groen levert dus heel erg veel op voor gemeenten en vooral natuurlijk voor de burgers.
De minister roept burgers dan ook op om alert te zijn en er op te letten of de kap van bomen wel echt nodig is. Soms is de kap van bomen noodzakelijk, dat begrijpen wij ook wel, maar dan moet er wel op gelet worden dat er nieuwe bomen aangeplant worden. Per saldo mag een gemeente er wat betreft het aantal bomen nooit op achteruit gaan. Houdt de gemeente Almelo zich hier ook werkelijk aan? Ik durf het niet te stellen.
Het enige minpuntje van de afgelopen dagen was dat in de krant een plattegrondje was geplaatst van het toekomstige Waterrijk. Kijk, daar word je dan toch weer intens verdrietig van.
Het positieve gevoel blijft wel overheersen, maar het evenwicht is zo wankel. Men walst zomaar hele stukken grond plat voor woningbouw en wanneer we de grote gele shovels zien staan op zo’n braakliggend terrein huilt het van binnen en voelt zelfs een kind dat dit niet in de haak is. Als we met z’n allen nog even doorslapen, zitten Almelo en Vriezenveen aan elkaar vast en zullen we over een aantal jaren de kieviten daar niet meer horen. Hopelijk geeft de weerman op tv dan nog aan wanneer het voorjaar wordt, want wanneer er geen bomen meer zullen zijn en de vogels verdwenen, moeten we het maar via het boze oog vernemen. Laten we alert blijven en zorgen dat er toch natuur overblijft. Het is zo nodig, al denken we vaak zonder te kunnen.
(naam en adres bij NAT bekend)
stichtingnat@home.nl
|