|
|
Langer werken op hogere leeftijd en dreigende korting op opgebouwde pensioenrechten, is het item waar al jaren over gesteggeld wordt tussen kabinet, werkgevers en vakbonden. De opeenvolgende kabinetten Rutte I, II en III verkondigen telkens dat het Nederlandse oudedagstelsel van AOW-leeftijd en opgebouwde aanvullende pensioenrechten niet toekomstbestendig meer zijn vanwege het ouder worden van Neerlands volk.
Volgens de VVD, de partij van minister-president Mark Rutte, is ons stelsel zo kostbaar dat een ‘bankroet’ dreigt als de AOW-leeftijd niet omhoog gaat en pensioenfondsen niet meer geld bufferen. Dit alles wordt aangetoond met berekeningen hoe desastreus die ontwikkeling wel niet kan zijn als niet wordt ingegrepen en oudedagsvoorzieningen niet naar beneden worden bijgesteld. Door werkgevers wordt die strategie omarmt, want het werkgeversdeel van de premies gaat al een aantal jaren omlaag om beter concurrerend te kunnen zijn op de internationale handelsmarkt. Zeg maar de meer Angelsaksische dan wel Amerikaanse kant van het ondernemerschap waarbij het grootste deel van het risico van ondernemerschap wordt afgewenteld op de werknemers.
Hoe doen andere landen dat binnen de Europese Unie? Daar wordt veelal de AOW betaald uit louter belastinginkomsten. Echter met langer doorwerken op hogere leeftijd liggen ze jaren achter bij de ontwikkeling in Nederland waar per 2022 de pensioengerechtigde leeftijd wordt gekoppeld aan de gemiddelde levensverwachting. In de aanloop naar 1922 maakt ons land al geweldige stappen door langer door te werken, al dan niet mede gedwongen door een AOW-gat omdat in verschillende Cao’s nog afspraken lopen over vervroegde uittreding ui de arbeidsmarkt.
Een aantal landen binnen Europe kennen variabelen variërend van 61 tot 67 jaar om te stoppen met werken. Frankrijk is koploper als het gaat om het jongst al te kunnen gaan genieten, maar ook daar een kentering in de plannen om de leeftijd te verhogen naar 67 jaar. Volgens adviesbureau Mercer staat Nederland op twee na Denemarken als het om de oudedagsvoorziening gaat en ja dan komt natuurlijk de vraag bovendrijven of dit nog wel betaalbaar blijft.
Nee, volgens de VVD en een meerderheid in ons parlementaire stelsel. Jawel zeggen de vakbonden en ‘bazen’ van pensioenfondsen. De laatste vanwege hun kritiek op de nieuwe rekenregels die het kabinet Rutte II invoerde. Sindsdien bulkt het geld tegen de muren van de pakhuizen van de pensioenfondsen steeds hoger, maar nog te weinig volgens de nieuwe rekenmethode, waardoor korten dreigt.
Veel verzet ook tegen de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd dat door criticasters als niet nodig wordt beschouwd. Ook hier kritiek op de berekeningsmethode van het Centraal Bureau Statistiek (CBS).
Hoogleraar Openbare Financiën Harrie Verbon van de Universiteit Tilburg verwijst de CDS-berekening naar de prullenbak. Reden, het CBS volgt in de AOW-kapitaalsbehoefteberekening de cijfers van de groeiprognoses van het Nationaal Inkomen (NI). Dat nu is volgens Verbon onjuist omdat de AOW-kosten al jaren achterblijven bij de cijfers van het NI maar juist een koppeling heeft met de cao-ontwikkeling die al sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw achter blijft bij die van het NI. Personele lasten zijn dus gedaald ten opzichte van de jaren ’70 terwijl het nationale inkomen wel oploopt.
Een andere criticaster is emeritus hoogleraar Bernard van Praag. Hij onderschrijft volledig de kritiek die de pensioenbazen hebben ten opzichte van de hun opgelegde rekenmethodes om hogere reserves aan te houden. Volgens Van Praag bulken de pensioenfondsen van het geld en is er meer dan voldoende reserve voor nu en de toekomst.
De vraag luidt derhalve: Wanneer trekt het volk allemaal gele hesjes aan?
'Fijnslijper' |