|
|
Het ministerie van economische zaken, waaronder ook de (sport)visserij valt in Nederland, wil af van lood als verzwaringsmateriaal bij het vissen. Sportvisserij Nederland, de overkoepelende organisatie van de sportvissers, onderschrijft de doelstelling omdat lood schade toebrengt aan het milieu. Het gebruik van lood als verzwaring moet daarom in december 2021 met 30 procent zijn gedaald. Als alternatief wordt glas, steen en (giet)ijzer genoemd maar de sportvissers zijn niet zo tevreden over die materialen omdat ze veel lichter zijn dan lood en dus evenredig groter. Dezelfde geluiden laten de sportvisserijwinkels horen en hardop wordt al getwijfeld aan de haalbaarheid.
Nu heb ik niets met de sportvisserij, want dat bleef slechts bij één jeugdige poging waarbij vis en vishaakje scheiden een ‘marteling’ bleek voor de vis en de visser. Om het kort te houden, de hengel en lijn met loodkorrels inclusief de aan de haak bungelende vis, eindigden in het kanaal en de weg naar huis werd een bevrijding.
Het bericht lezende via de NOS met de aangekondigde doelstelling voor minder loodgebruik, riep echter bij mij ook vraagtekens op. Zeker als wordt beweerd dat de sportvisserij jaarlijks 54 ton lood verliest in de Nederlandse binnenwateren en zelfs 470 ton lood buitengaats (onderzoek Deltares).
Volgens diezelfde publicatie kost 160 gram aan loden bolletjes een luttele 2 euro. In de binnenwateren moet dus jaarlijks voor een bedrag van 751.000 euro aan lood worden gekieperd en buitengaats voor een bedrag van dik 5,8 mijoen euro.
(54 x 1.000 = 54.000 kg x 1.000 = 54.000.000 gram : 160 = 375.500 x 2 euro = 751.000 euro
470 x 1.000 = 470.000 kg x 1.000 = 470.000.000 gram : 160 = 2.937.500 x 2 euro = 5.875.000 euro)
Totaal voor pakweg ruim 6,5 miljoen euro aan lood dat ook ten dienste had kunnen staan voor vredesmissies, is dan een zijsprong in de gedachten.
De alternatieven zijn een stuk duurder. Maar ja, milieubewust kost gewoon wat. Ter vergelijk van 160 lood aan bolletjes voor 2 euro, wordt een bedrag genoemd van 5 euro en dat is dan al een omzet van 6.626.000 euro x 2,5 = 16.565.000 euro. Zo laat je het economisch belang van de sportvisserij dus groeien maar ook de inkomsten van ‘Vadertje Staat’.
Het schijnt dat Nederland zo ongeveer 2 miljoen sportvissers telt (TNS-NIPO). Het Mulier Instituut gaat uit van 1,5 miljoen actieve sportvissers. Nu mag je in Nederland en de kustwateren nergens vissen zonder jaarlijkse VISpas en al helemaal niet in zoetwaterviswateren van ‘beherende’ visclubs. Sportvisserij Nederland is de instantie waar de VISpas wordt aangevraagd en daar wordt gemeld dat er zo’n 580.000 VISpassen zijn uitgegeven. Aantallen die nog al uit elkaar lopen.
De VISpashouders lijken me de meest actieven om een vis aan de haak te slaan. Zij zijn dus ook het meest aanspreekbaar voor het ‘loodverlies’ in onze wateren die momenteel droger te lijken staan dan ooit. Nog even en ook het ‘verlies’ van lood is gedaald al is het niet volgens de methode van economische zaken.
‘Fijnslijper’ |