|
|
Opnieuw bedreiging in de buurt van de Grote Bavenkelsweg. Waar ken ik die naam toch van? Oh ja, een aantal weken geleden schreef ik nog een stukje over de nieuwe doorbraak en de bedreiging van het landschap door de bedrijven Kolenbrander en Elzinga. Hoe tegenstrijdig dat is: aan de ene kant mooie natuur maken en aan de andere kant bedrijven toestaan om uit te breiden. Niet te bevatten.
De kruitdampen zijn nog niet opgetrokken, of er dient zich alweer een nieuwe bedreiging aan: een religieus centrum compleet met sportvelden en een woning voor de beheerder.
Wederom een aanval op dit prachtige en kostbare stukje buitengebied. Het voelt echt als één stap voorwaarts en twee stappen terug. Keer op keer wordt er aan het buitengebied gesjord, onvermoeibaar en uiteindelijk zal er niets van overblijven.
Een religieus centrum nota bene. Is dat in deze tijd nog nodig? Tegenwoordig hebben bestaande kerken het al moeilijk genoeg om hun hoofd boven water te houden. Het water staat ze vaak tot aan de lippen. Ze kunnen amper de verwarming van het gebouw betalen, laat staan het onderhoud. Het grootste deel van de week staan de meeste kerken al leeg.
Waarom moet dit groepje mensen, wel 130 personen, eigen sportvelden hebben? Wat is de bezettingsgraad van de huidige Almelose velden? Kunnen deze mensen niet een paar uur per week op deze velden terecht? Vast wel.
Zou er nergens in of rond de stad een ruimte voor 130 personen vrij zijn? Ben je gek! Ik hoef alleen maar te denken aan al die borden die ik regelmatig zie: Te huur, te koop, ………m3.
Conclusie: Het is absolute onzin, zelfs ronduit belachelijk, om voor een relatief kleine groep mensen een stuk waardevolle stadsrand op te offeren, terwijl er legio beschikbare plekken in de stad zelf zijn in de vorm van kerkgebouwen, kantoorpanden en “gaten van Almelo.” Elk splintergroepje mag van mij z’n eigen gebouwtje hebben, maar doe even normaal: gewoon binnen de stadsgrenzen. Volop keus.
Anne Jan Teunis |