De Fayersheide is een natuurreservaatje van 10 ha. ten zuidoosten van Vriezenveen. Het is eigendom van Staatsbosbeheer.
Al vanouds staat het gebied bekend om zijn zeldzame plantengroei. In de vijftiger jaren nog werden er vele soorten orchideeën, Parnassia, Valkruid, Rozenkransje en andere bijzonderheden gemeld. |
|
Op de grote, stille heide. Dwaalt de herder eenzaam rond. Totaal verdwaasd loert hij tussen de struiken door en weet dat het nu menens wordt. De stoere bovengrondse mollen werpen in korte tijd grote zandhopen op en komen bedreigend dichterbij. Hoe zal hij ze als eenling ooit nog kunnen stoppen? Hij berust en weet dat het onomkeerbaar is.
Het werd aangekondigd in de Twenterand Courant van donderdag 20 september jl. als project zandwinning Oosterweilanden. Ter verduidelijking een kaartje er bij. Alstublieft. Er is niet veel fantasie voor nodig om te beseffen dat de Fayersheide compleet wordt weggedrukt. Kijk dat zielige strookje groen daar eens liggen. Het uiteindelijke bedrijventerrein is vijf keer zo groot en de zandwinlocatie zo’n tien keer. Een tweetal dingen in het artikeltje irriteren me een beetje. Ten eerste de naam van de nieuwe rondweg. “Heidelandweg” is een liefelijke benaming, een soort troostnaampje om de pijn te verzachten.
In werkelijkheid zorgen ook hier de asfaltplakkers voor een verdergaande versnippering van het landschap. De mooie uitzichten op de smalle, lange akkers worden een stuk minder voor stadsmensen die weemoedig naar hun geboortedorp met z’n trotse toren van de “grote kaike” en de watertoren kijken. De heilige koe heeft er weer een baan bij. Verderop lees ik dat de zandwinlocatie miljoenen kuub zand gaat leveren aan de Twentse bouwwereld voor de komende decennia.
Zou dat echt noodzakelijk zijn? Zo gaat het landjepik verder en kunnen we opnieuw afscheid nemen van een stukje natuur. Wellicht kan men de rondweg door laten lopen naar de Schout Doddestraat, alwaar de troostmeisjes op klandizie wachten. Men komt dan ook meteen langs het bord “Nooitgedacht” en dat woord geeft misschien nog wel het best het gevoel weer van de natuurliefhebbers die blijven vechten voor die paar stukjes groen en die zich continu op hun bezorgde hoofden krabben, wanneer ze zien wat er tegenwoordig allemaal mogelijk is. Hoe schoon was mijn heide. Het pareltje is aan het verbleken en wie er nog van wil genieten zal heel snel moeten zijn.
Anne Jan Teunis |