|
|
DEN HAAG – Al jaren wordt er achter de schermen gesteggeld over de invoer van een vliegbelasting. Nederland vormt samen met België, Luxemburg, Denemarken, Ierland, Spanje, Portugal en Zwitserland nog tot diegenen binnen Europa die vliegverkeer nog niet belasten. Daar komt volgens het vandaag naar de Tweede Kamer gestuurde wetsontwerp per 2021 een einde aan.
Het kabinet opteert wel om de ‘vliegtaks’ op Europees niveau af te stemmen in relatie met de klimaatafspraken van Parijs en om een gelijkwaardig ‘speelveld’ te krijgen voor vliegmaatschappijen, maar of dat lukt? In juni is ons land gastheer voor een conferentie om een gezamenlijke Europese visie te ontwikkelen voor een ‘vliegtaks’ en een invoering van heffing op kerosine.
Nederland achterop
Nederland loopt feitelijk achteraan en daarom waarschijnlijk ook nu al een wetsontwerp om een ‘vliegtaks’ op nationaal niveau in te voeren. De ‘vliegtaks’ moet tevens de Europese treintarieven meer concurrerend maken. Of dat leidt tot een lager Nederlands reizigersaanbod en ‘verlichting’ voor de groeiambities van Schiphol als wereldwijde Hub, kan ernstig worden betwijfeld.
De ‘vliegtaks’ gaat namelijk alleen de vertrekkende passagier vanaf binnenlandse luchthavens geld kosten. Het voorstel is een bedrag van 7 euro maar geldt niet de internationale passagiers die Nederlandse luchthavens even aandoen als tussenstop of overstap. Het bedrag is zo laag, dat niemand zal afzien van vliegen ten faveure van de trein binnen Europa. Het resultaat; geen lager aantal vluchten, geen lagere Co2-uitstoot en dus nauwelijks milieuwinst.
Kas spekken
De aankondiging voor invoering van een ‘vliegtaks’ per 2021 is dus een vorm van ‘zakkenvullen’ waarvoor niet alleen de passagier opdraait, maar volgens het gelanceerde voorstel ook per ton vracht afgerekend moet worden naar gelang het vliegtuig een hogere dan wel lagere geluidsbelasting vormt voor omgevingen van vliegvelden. Stillere vliegtuigen in de toekomst lijkt dus het enige voordeel dat behaald kan worden. |