Actueel uit Stad & Ambt


Plaatsing  
 
30-08-2013  

Gemeente opnieuw onderuit in gevolgzaak Akdeniz

 

In de strafzaak die volgde ging de exploitant vrijuit t.a.v. handel in drugs in het pand Akdeniz omdat de rechtbank de handel ter plekke niet bewezen achtte. Wel werd de toenmalige vriendin van de exploitant veroordeeld voor steunfraude. Ondanks dat men twee woningen bewoonde, vond de rechtbank dat het paar wel terdege samenleefde.
De gemeente Almelo legde er zich echter niet bij neer dat de exploitant van Akdeniz vrijuit ging t.a.v. drugshandel en kondigde een jaar sluiting van de inrichting aan. De bezwarencommissie steunde de burgemeester in haar visie t.a.v. de toepassing volgens de wet Damocles maar opnieuw behaalde de exploitant succes in zijn verzet. Bestuursrechter Van Wees ging mee in de visie van juridisch adviseur JEEJAR en vernietigde op 27 november 2012 het sluitingsbevel van de burgemeester. Reden was de strikte omschrijving in de wet Damocles, dat daadwerkelijk drugs verhandeld moet zijn in het pand en dat was niet bewezen zo oordeelde de strafrechter al eerder. De gemeente kondigde meteen hoger beroep aan maar tot heden is dat niet doorgegaan.

Raadslid Arjen Maathuis (VVD) stelde er vragen over en vroeg partijgenoot Hermans waarom zij andere ‘regels’ hanteerde dan veel andere burgemeesters. Gelet op het niet uitgevoerde hoger beroep, schijnt er enige bezinning te zijn opgetreden.

De gemeente had echter nog meer pijlen op de boog en sprak de broer van de exploitant aan op steunfraude voor een drietal perioden waarover de uitkering werd teruggevorderd. (20 maart 2007 t/m 16 mei 2007 // 10 december 2010 t/m 31 oktober 2011 // 1 november 2011 tot 31 januari 2012). De broer van de exploitant werd tevens verweten zich niet te hebben gehouden aan de informatieplicht in deze voornoemde periodes en verdacht hem van ‘zwartwerken’ in Akdeniz. De gemeente had echter over het hoofd gezien dat verdachte via Soweco te werk was gesteld bij Akdeniz met behoud van uitkering, zodat voorzieningenrechter mr. M. van Bruggen een streep zette door de eerste twee vorderingen. Wel was in de derde en kortste periode niet voldaan aan de informatieplicht. De verdachte had een uitkering van 25.000 euro voor letselschade verzwegen en op een bankrekening laten storten die niet op zijn naam stond. Bij de huiszoeking werden papieren van de verzekeringsmaatschappij gevonden. Dat heeft voor de verdachte echter geen duur gevolg terwijl de gemeente werd veroordeeld tot betaling van de rechtskosten. De bestuursrechter voorkwam met zijn uitspraak een herkansing voor de gemeente om het eerdere besluit op het ingediende bezwaar te herzien en dat is zelden vertoont.

Archief
Terug naar vorige pagina