|
|
In Nederland werd de vrijheid van ondernemen altijd als een groot goed beschouwd. Dat kapitaalkrachtige ondernemingen daarbij kleinere uit de markt drukten, was nimmer een issue.
Neem detailhandelsreuzen als IKEA, Mediamarkt en BCC zij veroverden de markt en alleen specialisatie, vakmanschap en service waren nog de middelen voor middenstandsondernemingen om het hoofd boven water te houden. Sommige familiebedrijven presteren dat al 100 jaar of meer.
Hetzelfde geldt voor zogenoemde doe het zelf bouwmarkten. Gamma en Praxis kregen de vrije hand ten koste van de kleine zelfstandige doe het zelf winkels die met franchise-modellen het tij nog wilden keren.
Nu grotere Europese spelers als Bauhaus en Hornbach zich nadrukkelijk melden op de Nederlandse markt, schreeuwen Gamma en Praxis moord en brand en wordt procesgang niet geschuwd om gemeenten in het keurslijf te dwingen.
Het verzet wordt verbreed met allianties van MKB-bedrijven die leegstand in de binnensteden wijten aan deze ontwikkeling.
Ten dele is dat waar. De komst van meubelboulevards zoog woninginrichtingen weg uit de binnensteden, maar dat is het dan ook. De grootste oorzaak van winkelleegstand in de binnensteden is te wijten aan zaken als duurder betaald parkeren, alsmaar stijgende OZB- en andere gemeentelijke heffingen maar vooral door de exploderende verkoop via webshops.
Wat Bauhaus en Hornbach doen, is niet anders dan wat eerder Gamma en Praxis zelf bewerkstelligden. ‘Eten of gegeten worden’, is feitelijk de basis van economisch renderen en zo lang Gamma en Praxis dat nu tranen-trekkend bestrijden met hulp van MKB-allianties, komen hun klanten feitelijk tekort en loopt men voorbij aan de principes van de vrije markt.
Het brengt misschien ook nog wat goeds. Zo’n woonboulevard als in Almelo, kan worden gesloopt indien Gamma en Praxis verdwijnen door de komst van Hornbach. De visie van de Sportboulevard kan dan mogelijk worden verdiept en de groei van leegstand is dan voor Almelo gekeerd in krimp van leegstand. Maar dat heeft dan weer niets te maken met de binnenstad. Dat is een probleem op zich en hangt meer af van de visie in het stadhuis en de creativiteit van de MKB-ondernemers. Daar is geen breed Twents onderzoek voor nodig !
‘Fijnslijper’ |
|
|
Dat de politiek nog wel eens voor de muziek uitloopt, komt vaker voor. Zo ook bij de raadsmeerderheid in Almelo om mensen in de bijstand als tegenprestatie aan het onkruid schoffelen te zetten.
Op zich is er niets mis mee om mensen met recht op bijstand een tegenprestatie te laten leveren, maar dan wel binnen de regels. Zo moet dat fysiek mogelijk zijn en niet iedereen is dat, maar mag een dergelijke tewerkstelling ook niet leiden tot verdringing van regulier werk en daar lijkt dit plan al snel op. De stad heeft flink bezuinigd op het onderhoud van het openbaar terrein en dit grotendeels uitbesteed aan Twente Milieu. Gedwongen door een schuldenlast uit de periode van megalomane plannen om te willen groeien naar 100.000 inwoners. Maar de burgers klagen over hoe desolaat de stad er regelmatig bijligt en dan worden sommigen in de gemeenteraad ‘creatief’.
In Twenterand speelde enkele jaren geleden een soortgelijk iets. Daar werden ‘steuntrekkers’ ingezet om trottoirs opnieuw te bestraten. Het doel, de noodzakelijke kleinere klussen klaren om geld te besparen. De lokale stratenmakersbedrijven kwamen in opstand en met succes. Want zij moesten personeel ontslaan vanwege de bezuinigende overheid. Een schoolvoorbeeld van het verdringen van werk, terwijl arbeid toch het grondrecht kent van volwaardig betalen voor volwaardig werk.
In Almelo wil een raadsmeerderheid dus dat dat bijstandsgerechtigden in piektijden bijspringen. Let wel, met behoud van bijstand en dat is minder dan het minimumloon!
Niet aan beginnen dus. De stad telt ruim 2.800 mensen in de bijstand. Zo’n 20 procent is arbeids-onbekwaam en heeft hulp nodig. De anderen werken voor het opdoen van werkervaring bij bijvoorbeeld Soweco of zitten met subsidie in proefprojecten bij werkgevers of zijn in deeltijd aan het werk als vrijwilliger bij verenigingen en instanties om werkritme op te doen.
Schoffelen mag best’ als gewone Nederlander, maar dan als werknemer met bijbehorend loon.
Dit met verwijzing naar de grote roerganger in Den Haag die luidkeels beweert dat werken loont !
‘Fijnslijper’ |