|
|
Ze zitten er nog steeds, de ‘luchtfietsers’ in het stadhuis, de bedenkers van namen bij mislukte projecten als Waterrijk en Fortezza. Na alle mislukkingen in de afgelopen jaren is het gevolg een lege sok waardoor de burgers nog jaren flink moeten boeten. Toch blijven die geldverslindende ‘creatievelingen’ in het stadhuis bezig, zij het met projectjes van minder importantie.
Neem de parkeergarage Stadhuis aan het Stadhuisplein. Nu het nieuwe stadhuis aan de Haven ZZ hoek Egbert Gorterstraat bijna klaar is, kan de naam Stadhuis voor een parkeergarage aan het Stadhuisplein natuurlijk niet meer. Al dromend kwam er een nieuwe naam bovendrijven voor dit betonblok waarin rijdend blik kan worden gestald tegen betaling. STADSBAKEN werd het ambtelijke voorstel en STADSBAKEN moet het worden, besloot het college van burgemeester en wethouders gisteren. De gemeenteraad wordt niets gevraagd, want die heeft toch niets te vertellen door alle mandaatbesluiten uit het machtstijdperk CDA/PvdA/VVD rond de eeuwwisseling!
Hoe komt men er op STADSBAKEN? Alsof dat gat in een muur een Almelo’s baken van importantie is! Of zou het toch nog een verwijzing zijn naar het vroegere stadsdeel ’t Baken waar deze betonkolos met een kantoorschilletje ooit is neer geplempt? Maar waarom dan de toevoeging ‘STADS’? Honderdduizend inwoners komen er toch nooit, zoals de ‘luchtfietsers' in het stadhuis ooit wilden.
Bovendien moet dan ook de straatnaam Stadhuisplein nog worden omgedoopt, omdat het bouwwerk van architect J.J.P. Oud volgens de opeenvolgende colleges van B&W best gesloopt mag worden.
Vroeger heette dat stukje straat de Bakenstraat. Waarom dan niet met enig historisch besef gewoon de naam parkeergarage ’t Baken?
Ik ben er in ieder geval uit. Naast de straat Het Baken (politiekantoor) past de nabijgelegen parkeergarage 't Baken. In al mijn publicaties laat ik de toevoeging ‘STADS’ dus gewoon weg en noem ik het stadhuisplein weer gewoon de Bakenstraat, zoals weleer!
‘Fijnslijper’
|
|
|
Het is half februari, de vijftiende om precies te zijn, wanneer ik vlak na de middag van Vriezenveen richting Almelo loop. De zon levert een continu gevecht met de heiige atmosfeer. Dan eens is het bewolkt en waait er een onaangenaam harde wind uit het zuidoosten. Dan weer breekt hij voorzichtig door en heeft het al iets weg van het naderende voorjaar.
Plotseling hoor ik in de verte doffe dreunen. Terwijl een roofvogel plaatsneemt op het puntdak van een schuurtje en nieuwsgierig de kant van het lawaai opkijkt, weet ik precies wat het is: carnaval in Geesteren of zelfs Oldenzaal.
Even denk ik aan het misschien al weer geschonden bestand in de Oekraïne. Zelfs in een flits aan een bevrijdend, spontaan feest van Heraclessupporters na de geweldige overwinning op Feyenoord, waarbij de sfeer in het stadion eindelijk weer helemaal terug was. Echter weet ik dat deze monotone dreunen door de achter de praalwagens gekoppelde generatoren veroorzaakt worden.
Een onbegrijpelijk feest voor velen en dan met name de “ nuchteren” boven de grote rivieren. Des te onbegrijpelijker wanneer je de toestand in de wereld van vandaag aanschouwt. Terwijl de kerken verder leeglopen en sluiten en de actie Kerkbalans alleen nog maar bevestigt hoe het er voor staat, hoor je op zondag het gelui van de klokken niet meer, maar in plaats daarvan de doffe, nietszeggende dreunen van een dubieus feest. Door drank dolgedraaide hoofden met glazige ogen die het ook allemaal niet meer weten. Vanaf morgen mag men zich veertig dagen lang bezig houden met de vraag of Jezus een historische figuur is geweest. Afhankelijk van de uitslag kan Pasen wellicht afgeschaft worden.
M’n weg vervolgend richting de dreunende beats, valt me voor de zoveelste keer de enorme hoeveelheden plastic langs de kant op en moet ik denken aan een artikel in de krant over de gigantische plastic soep in de oceanen. Daarna is er nog iets met een cartoonist. Weer iemand de mond gesnoerd? De stemming wordt er niet vrolijker op.
Dichter bij m’n geliefde stad komend vraag ik me af of er nog wel enige reden is om vandaag mee te lopen in die polonaise van mensen die alle wereldproblemen voor even simpel aan de kant schuiven en een hoop jolijt maken.
Ja hoor, want er is één beeld dat de afgelopen dagen steeds maar weer op m’n netvlies verschijnt en me zeer vrolijk stemt: Irene ten Seldam zet de schop in de grond, vol zelfvertrouwen, en geeft het startschot om één van de meest vreselijke, meest onverzorgde gaten van de stad een heel nieuw aanzien te geven in de vorm van een schooltuin. Het treurige terrein van OSG Het Erasmus zal transformeren naar een educatief paradijsje, met groenten, kruiden en bloemen.
Kijk, daar kikkert een mens nu werkelijk van op. Weg kou, weg gaten van de stad. Na het fleurige carnaval wordt onze stad opgefleurd. Bravo. Een briljant initiatief.
Anne Jan Teunis
|